31 265
Adoptie

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2008

In mijn brief aan de Tweede Kamer van 24 april 2008 (TK 2007–2008, 31 265, nr. 5) heb ik meegedeeld dat het mij, vanwege de tijd die gemoeid was met het plannen en voorbereiden van het bezoek van een ambtelijke delegatie aan China en het feit dat een Vlaamse Centrale Autoriteit zich daarbij wilde aansluiten, niet mogelijk was gebleken dit bezoek eerder te laten plaats vinden dan in de tweede week van mei. In verband daarmee berichtte ik u dat ik uw Kamer voor 1 juni 2008 nader zou informeren.

Het bezoek heeft van 6 t/m 9 mei jl. plaatsgevonden. Tijdens het bezoek is onder meer uitvoerig gesproken met de Centrale Autoriteit van China, het China Center of Adoption Affairs (CCAA), alsmede met de National Population and Family Planning Commission (beide ressorterend onder het ministerie van Civil Affairs) en met Save the Children UK en Unicef. In vervolg op deze gesprekken zijn nog enkele vragen uitgezet bij genoemde instanties en zal er nog een vervolgoverleg plaatshebben tussen CCAA en de Nederlandse ambassade.

Ik wil de uitkomst van dit vervolgoverleg en de antwoorden op de uitstaande vragen afwachten alvorens een conclusie te trekken ten aanzien van de adoptiesituatie in China. Dat overleg zou voor 1 juni plaatsvinden. Als gevolg van de recente aardbeving in China en de verantwoordelijkheid van de betrokken autoriteiten bij de opvang van kinderen die als gevolg van de aardbeving hun ouders kwijt zijn geraakt, kan dat gesprek niet eerder dan begin juni plaatshebben. Daarom is het mij ook niet mogelijk uw Kamer voor 1 juni te informeren, zoals toegezegd in mijn brief van 24 april jl.

Ik streef ernaar uw Kamer voor 1 juli, dan wel zoveel eerder als mogelijk, te informeren.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven