nr. 31
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2010
Overeenkomstig mijn toezegging in het Algemeen Overleg over interlandelijke
adoptie met uw Kamer op 6 oktober 2009 (Kamerstuk 31 265, nr. 28)
bericht ik u het volgende. Het lid van uw Kamer de heer De Roon (PVV) had
op 3 juli 2009 vragen gesteld over gestolen Chinese adoptiekinderen naar
aanleiding van berichtgeving in het dagblad Trouw van 3 juli 2009 onder
de titel «Weer adoptieschandaal China»1.
Deze berichten betroffen vermeende misstanden met adopties uit het tehuis
Zhenyuan in de provincie Guizhou, China. De vragen zijn beantwoord bij mijn
brief van 5 augustus 20092.
Vervolgens heb ik, na consultering van de twee betrokken vergunninghouders,
de Vereniging Wereldkinderen en de Stichting Kind en Toekomst, geconstateerd
dat in 2007 zeven kinderen uit het genoemde tehuis in gezinnen in Nederland
zijn geplaatst. Hierop heb ik mij bij brief van 10 augustus 2009 tot
de Centrale Autoriteit van China, het China Centre of Adoption Affairs (CCAA)
gewend met het verzoek ten aanzien van deze zeven kinderen te onderzoeken
of zij betrokken zijn bij het schandaal in Zhenyuan en, indien dit wordt bevestigd,
mij te informeren wat de consequenties hiervan kunnen zijn voor de positie
van de kinderen en de adoptieouders in Nederland. Daarnaast heb ik de Inspectie
jeugdzorg verzocht bij de genoemde vergunninghouders in Nederland onderzoek
te doen naar de plaatsing van kinderen uit het in de berichtgeving genoemde
tehuis en daarbij de zorgvuldigheid van handelen van deze vergunninghouders
te beoordelen.
Tijdens het voornoemde Algemeen Overleg heb ik u op de hoogte gesteld
van de stand van zaken van beide onderzoeken op dat moment en heb ik toegezegd
uw Kamer over de uitkomsten van beide onderzoeken te zullen berichten.
Overeenkomstig deze toezegging heb ik u bij brief van 13 januari
2010 het rapport van de Inspectie jeugdzorg «Achtergrond onbekend»
toegezonden3. De Inspectie concludeert daarin
dat de twee Nederlandse vergunninghouders binnen de mogelijkheden die zij
hebben, zorgvuldig hebben gehandeld bij de bemiddeling van de
zeven kinderen uit het tehuis Zhenyuan.
Voorts bericht ik u dat ik onlangs een brief van CCAA heb ontvangen in
reactie op mijn brief van 10 augustus 2009. In deze brief wordt gerefereerd
aan de oorsprong van de berichtgeving over vermeende misstanden met het tehuis
Zhenyuan, te weten een artikel van een journalist van de krant Southern Weekend
op zijn persoonlijke weblog, getiteld «Onderzoek naar «babyhandel»
door het Child Welfare Institute te Zhenyuan, Guizhou». Medegedeeld
wordt dat uit onderzoek door de autoriteiten van de Regio Zuid-Oost van de
provincie Guizhou is gebleken dat de berichtgeving niet accuraat is. Het gehele
proces van interlandelijke adoptie uit genoemd tehuis is strikt volgens de
Chinese wet en de wettelijk bepaalde procedures uitgevoerd en alle adopties
die op deze wijze tot stand zijn gekomen zijn rechtsgeldig. Naar het oordeel
van CCAA zijn ook de zeven kinderen, waarop mijn verzoek om onderzoek betrekking
had, na strikte controle door de Chinese relevante instanties, op wettelijke
wijze geadopteerd. CCAA meent dan ook dat er geen problemen bestaan ten aanzien
van de adopties door hun adoptieouders.
Zoals ik al in mijn brief aan uw Kamer van 10 september 20081 heb vermeld, berust bij adopties uit verdragslanden de
verantwoordelijkheid voor de controle op de vraag of aan de vereisten van
het Haags Adoptieverdrag is voldaan, bij de bevoegde autoriteiten in het land
van herkomst. Dat betekent dat de samenwerkende landen in geval van interlandelijke
adoptie in hoge mate afhankelijk zijn van wederzijds vertrouwen. Nederland
kan zich laten informeren door de Chinese autoriteiten ter plaatse en bij
mogelijke, dan wel gebleken misstanden om opheldering vragen. Dat laatste
heb ik gedaan in mijn brief van 10 augustus 2009. Het antwoord van CCAA
sluit hier op aan.
Op grond van het bovenstaande zie ik thans geen aanleiding om nadere stappen
te ondernemen. Mochten er nieuwe ontwikkelingen volgen in relatie tot deze
zaak dan zal ik de Kamer daarover berichten.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
XNoot
1Trouw, 2 juli 2009 http://www.trouw.nl/nieuws/wereld/article2805656.ece/Weer_adoptieschandaal_China_.html
XNoot
2Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, Aanhangsel 3398.
XNoot
3Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 31 265, nr. 29.
XNoot
1Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 31 265, nr. 9.