Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 november 2012
Bijgevoegd treft u het verkennende onderzoek aan dat de Erfgoedinspectie in 2010–2011
heeft gedaan naar illegale handelingen op het gebied van archeologie en archieven*).
Aanleiding voor het onderzoek is het in 1970 tot stand gekomen UNESCO-verdrag inzake de middelen om de onrechtmatige invoer, uitvoer of eigendomsoverdracht
van culturele goederen te verbieden en te verhinderen. Nederland is partij bij dit verdrag. Het UNESCO-verdrag werd in 2009 van kracht
in Nederland door middel van de Uitvoeringswet UNESCO-verdrag 1970 inzake onrechtmatige invoer, uitvoer of eigendomsoverdracht
van cultuurgoederen. In de uitvoeringswet is aangegeven dat de Erfgoedinspectie is belast met het toezicht
op de naleving.
Om inzicht te krijgen in de aard en omvang van illegale activiteiten in Nederland
heeft de Erfgoedinspectie een verkennend onderzoek uitgevoerd. Er is voor gekozen
om het onderzoek te richten op de erfgoedvelden archeologie en archieven omdat deze
een kwetsbare categorie vormen.
Archeologie
Een voorzichtige inschatting van de Erfgoedinspectie geeft aan dat per jaar in 5 000
tot 10 000 gevallen sprake is van opgraven zonder vergunning of het niet melden van
vondsten, zoals munten.
Ik kan mij vinden in de aanbeveling dat een discussie nodig is binnen de sector om
de omvang en de ernst van de illegale handelingen te bepalen. De Rijksdienst voor
het Cultureel Erfgoed zal dit oppakken. De aanbeveling om te onderzoeken of voor bepaalde
vondstcategorieën een vrijstelling mogelijk is van de verplichte uitvoering, kan in
deze discussie worden meegenomen.
Daarnaast wordt in het onderzoek geconstateerd dat er onduidelijkheid is met betrekking
tot het melden van vondsten. Op dit moment wordt er door de Rijksdienst Cultureel
Erfgoed gewerkt aan een verbetering van het Archeologische informatiesysteem (ARCHIS
III) zodat het doen van vondstmeldingen door bijvoorbeeld amateurs gebruiksvriendelijker
wordt.
Archieven
Bij de archieven is het probleem eenduidiger en goed benoembaar: het gaat vooral om
diefstal van archiefmateriaal. De Erfgoedinspectie constateert dat het juridische
kader voldoende mogelijkheden biedt om illegale handelingen tegen te gaan, maar dat
instellingen niet altijd goed op de hoogte zijn van de bestaande regelgeving. Veel
archiefinstellingen hebben wel preventieve maatregelen genomen, maar kennen geen vastgesteld
beleid tegen diefstal. Ik onderschrijf de aanbeveling dat veel kan worden gewonnen
worden door in te zetten op voorlichting, zowel ten aanzien van wet- en regelgeving
als registratie en melding van vermissingen en diefstallen bij de eigen organisatie,
de politie en bij de Erfgoedinspectie. Registratie door de Rijksdienst Cultureel Erfgoed
van incidenten in DICE (Database Incidenten Cultureel Erfgoed) hoort hier ook bij.
Conform de aanbevelingen van de Erfgoedinspectie zal de Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed in het kader van het thema Veilig Erfgoed en in afstemming met de Erfgoedinspectie,
de Koninklijke Bibliotheek, het Nationaal Archief en de sector een eenduidige aanpak
ontwikkelen voor voorlichting, beleid en veiligheidszorg in de archieven. Daarnaast
zal de Erfgoedinspectie samenwerking zoeken met provinciale en gemeentelijke toezichthouders
om te komen tot een gemeenschappelijk toezichtskader en interne kwaliteitscontrole.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra
*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer