Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2022
Hierbij stuur ik uw Kamer een afschrift van de voortgangsrapportage hernieuwbare energie
en energiebesparing over 2020, zoals deze door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
is ingediend bij de Europese Commissie. Dit rapport volgt uit de verplichting om in
het kader van de Governance Regulation, artikel 27, eenmalig in digitaal format een
verslag aan te leveren over de voortgang die in 2020 is geboekt bij het bevorderen
van energiebesparing en het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen.
De voortgangsrapportage gaat onder andere in op de ontwikkeling van hernieuwbare energie
en energiebesparing in 2020 in Nederland. Uit gegevens over het energieverbruik in
2020 blijkt dat het primaire en finale energieverbruik respectievelijk 4% en 13% onder
de streefwaarden ligt die Nederland in EU-verband heeft afgesproken. Ook is de energiebesparingsverplichting
voor de periode 2014 t/m 2020 ruimschoots gehaald met het uitvoeren van nationaal
beleid. Nederland was verplicht om in deze periode cumulatief 482 petajoule te besparen.
Met de uitvoering van de meerjarenafspraak energiebesparing (MJA/MEE), de Energie
Investeringsaftrek (EIA) en het beleid in de gebouwde omgeving is 672 petajoule bespaard.
Het definitieve aandeel binnenlandse productie van hernieuwbare energie in 2020 kwam
uit op 11,5%, licht hoger dan het voorlopige cijfer van 11,1% (CBS). De hoeveelheid
hernieuwbare energie die door Denemarken door middel van statistische overdracht zal
worden overgedragen aan Nederland is vastgesteld op 13,65 TWh, wat minder is dan de
bovenkant van de bandbreedte van 8 – 16 TWh (Kamerstuk 32 813, nr. 614). Tezamen zorgen deze twee volumes hernieuwbare energie ervoor dat het doel van een
aandeel hernieuwbare energie van 14% in 2020 door Nederland is gehaald.
Het kabinet had maximaal 200 miljoen euro gereserveerd voor statistische overdracht,
maar vanwege het hogere aandeel hernieuwbare energie vallen de daadwerkelijke kosten
bijna 30 miljoen euro lager uit. De kosten voor statistische overdracht bedragen uiteindelijk
170,6 miljoen euro. De Europese Commissie heeft per brief van 19 januari jl. bevestigd
dat dit zal worden meegenomen in het aandeel hernieuwbare energie voor 2020.
Deze middelen zullen door Denemarken worden ingezet voor een tender voor een Power
to X-project, zoals bijvoorbeeld de productie van groene waterstof met behulp van
elektrolyse. Daarmee draagt de overeenkomst met Denemarken bij aan een duurzaam project
en de verdere energietransitie in Europa.
Desalniettemin erkent het kabinet dat statistische overdracht om het hernieuwbare
energiedoel te halen geen ideale situatie is. Daarom zal het kabinet zich de komende
jaren maximaal inspannen om het aandeel hernieuwbare energie fors te verhogen.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten