31 232 Wijziging van de Wet luchtvaart en de Luchtvaartwet ter implementatie van verordening (EG) nr. 2111/2005 inzake de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen met een exploitatieverbod en informatie aan luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij (PbEU L344) en verordening (EG) nr. 1107/2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PbEU L204)

Nr. 32 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2011

In uw brief van 7 maart 2011 (31 232-31/2011D11226) verzoekt u om dusdanig haast te maken met het voorstel van wet, waarmee de verplichting tot aansluiting van alle in Nederland actieve luchtvaartmaatschappijen bij een onafhankelijke buitengerechtelijke vorm van geschillenbeslechting in Nederland wordt geregeld, dat het voorstel nog vóór de zomer van 2011 aan de Kamer kan worden voorgelegd.

Toezending van bedoeld wetsvoorstel vóór de zomer van 2011 acht ik niet haalbaar. Uiteraard is mijn streven erop gericht u het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk toe te sturen. Alvorens een dergelijk wetsvoorstel aan uw Kamer kan worden voorgelegd, dienen wel de noodzakelijke procedurestappen te worden doorlopen die zijn verbonden aan de zorgvuldige voorbereiding van een wetgevingstraject als het onderhavige.

Deze voorbereiding van het voorstel van wet is uiteraard actief ter hand genomen. Ik hecht veel waarde aan het consultatieproces dat voorafgaat aan het in procedure brengen van bedoeld wetsvoorstel. Momenteel vindt consultatie plaats van de Europese Commissie. Het spreekt voor zich dat de Nederlandse plannen in overeenstemming moeten zijn met de Europese regelgeving in kwestie en ook op Europees niveau moeten kunnen rekenen op steun. De gesprekken met de Commissie zijn op dit moment gaande.

Naar verwachting zal de afstemming met de Europese Commissie in april kunnen worden afgerond. In deze periode volgt tevens consultatie van de Nederlandse belanghebbenden (luchtvaartmaatschappijen, consumentenorganisaties en andere relevante stakeholders). Na de consultatierondes zal het wetsvoorstel worden opgesteld en worden geagendeerd in de Ministerraad. Ook zal het voorstel van wet aan de Raad van State moeten worden voorgelegd.

Hoewel de in dit kader voorziene stappen met gezwinde spoed worden gezet en waar mogelijk versneld, is het helaas niet reëel te veronderstellen dat het wetsvoorstel vóór de zomer van 2011 uw Kamer zou kunnen bereiken. Afhankelijk van de inbreng van de genoemde partijen en uitgaande van een proces zonder complicaties acht ik oktober/november de vroegst haalbare periode.

Ik zal u in ieder geval in juni 2011 per brief informeren over de stand van zaken van het wetgevingstraject op dat moment.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma

Naar boven