nr. 9
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 november 2007
Hierbij zend ik u het rapport van de voorlopige evaluatie van de rekenkamer(commissie)s
bij gemeenten en provincies.1 Deze voorlopige
evaluatie is in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
uitgevoerd door B&A Consulting BV in samenwerking met de Universiteit
van Tilburg en de Radboud Universiteit Nijmegen.
Het rapport heeft de titel «Leren afrekenen» meegekregen.
In deze titel komen de beide perspectieven naar voren die de onderzoekers
bij de rekenkamer(commissie)s hebben kunnen onderscheiden: het perspectief
van leervermogen en het perspectief van rekenschap.
Het rapport geeft een goed zicht op de invoering van en de stand van zaken
bij de rekenkamer(commissie)s bij gemeenten en provincies. Gezien de korte
tijd die is verlopen sinds de wettelijke verplichting is ingegaan, is er sprake
van een voorlopige evaluatie. Desondanks heeft deze voorlopige evaluatie veel
bruikbare informatie opgeleverd. De onderzoekers concluderen dat er geen sprake
is van urgente knelpunten. Ik kan mij vinden in de conclusies van het onderzoek.
De onderzoekers doen twee aanbevelingen. De eerste aanbeveling betreft
het gelijktrekken van de bevoegdheden van de rekenkamercommissies ten opzichte
van verbonden partijen met die van de rekenkamers. Ik ben voornemens de voorgestelde
wijziging op te nemen in de Gemeentewet en Provinciewet.
De tweede aanbeveling vraagt om een verheldering van de kant van het rijk
op het punt van de toetsing van financiële en andere vormen van rechtmatigheid.
Ik ben bereid deze verheldering te verschaffen.
Ik breng het rapport eveneens ter kennis van de gemeenten, provincies
en rekenkamer(commissie)s en nodig hen uit mij hun opmerkingen op de voorlopige
evaluatie te doen toekomen.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten