31 200 B
Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2008

31 200 C
Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2008

nr. 9
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2007

Hierbij zend ik u het rapport van de voorlopige evaluatie van de rekenkamer(commissie)s bij gemeenten en provincies.1 Deze voorlopige evaluatie is in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitgevoerd door B&A Consulting BV in samenwerking met de Universiteit van Tilburg en de Radboud Universiteit Nijmegen.

Het rapport heeft de titel «Leren afrekenen» meegekregen. In deze titel komen de beide perspectieven naar voren die de onderzoekers bij de rekenkamer(commissie)s hebben kunnen onderscheiden: het perspectief van leervermogen en het perspectief van rekenschap.

Het rapport geeft een goed zicht op de invoering van en de stand van zaken bij de rekenkamer(commissie)s bij gemeenten en provincies. Gezien de korte tijd die is verlopen sinds de wettelijke verplichting is ingegaan, is er sprake van een voorlopige evaluatie. Desondanks heeft deze voorlopige evaluatie veel bruikbare informatie opgeleverd. De onderzoekers concluderen dat er geen sprake is van urgente knelpunten. Ik kan mij vinden in de conclusies van het onderzoek.

De onderzoekers doen twee aanbevelingen. De eerste aanbeveling betreft het gelijktrekken van de bevoegdheden van de rekenkamercommissies ten opzichte van verbonden partijen met die van de rekenkamers. Ik ben voornemens de voorgestelde wijziging op te nemen in de Gemeentewet en Provinciewet.

De tweede aanbeveling vraagt om een verheldering van de kant van het rijk op het punt van de toetsing van financiële en andere vormen van rechtmatigheid. Ik ben bereid deze verheldering te verschaffen.

Ik breng het rapport eveneens ter kennis van de gemeenten, provincies en rekenkamer(commissie)s en nodig hen uit mij hun opmerkingen op de voorlopige evaluatie te doen toekomen.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven