nr. 18
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2010
Hierbij treft u aan het advies dat ik onlangs ontving van de Kiesraad
naar aanleiding van de verkiezing van de leden van het Europees Parlement.1 De Kiesraad gaat in dit advies in op diverse uitvoeringstechnische
aspecten rondom deze verkiezing. De Kiesraad is in principe positief over
het verloop van deze verkiezing en sluit zich aan bij bevindingen in de evaluatie
die ik eerder aan uw Kamer heb verzonden (Kamerstukken II 2009/10, 31 142,
nr. 16).
Een tweetal punten waarvoor de Kiesraad in het bijgevoegde advies aandacht
vraagt worden geadresseerd in het wetsvoorstel inrichting verkiezingsproces.
Zo wordt in dit wetsvoorstel een grondslag opgenomen voor de eisen waaraan
de centrale stembureaus bij gebruik van software moeten voldoen. Ook wordt
in het kader van het wetsvoorstel aandacht besteed aan de bewaartermijnen
voor stembescheiden. Het wetsvoorstel inrichting verkiezingsproces is overigens
voor advies gezonden aan de Raad van State. Voorts zal in kader van het wetsontwerp
op de Kiesraad worden geregeld dat de Kiesraad zelfstandig kantoor houdt,
zodat de inlevering van kandidatenlijsten niet langer bij het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties plaatsvindt, maar bij de Kiesraad.
Daarnaast is de Kiesraad bij de uitvoering van zijn werkzaamheden als
centraal stembureau gestuit op een aantal punten waarvan hij meent dat verdere
verfijning van de wet- en regelgeving wenselijk is. Ik ben terughoudend om
het advies van de Kiesraad op deze punten op te volgen, omdat de wet- en regelgeving
met betrekking tot verkiezingen al zeer gedetailleerd is. Steeds verdere detaillering
is naar mijn mening niet per se een goede oplossing voor alles wat zich in
de praktijk kan voordoen. Ik denk daarbij aan de voorstellen van de Kiesraad
om tot een wettelijke grondslag te komen voor ambtshalve correcties, het zetten
van een handtekening of paraaf op elke pagina van de kandidatenlijst, het
plaatsen van een gemeentestempel op het model voor ondersteuningsverklaringen, aanpassing van het proces-verbaal in verband met de teruggave van waarborgsommen,
het vermelden van de verkiezing op model N 11 en het beperken van het
aantal talen waarin de Y 35 verklaring kan worden opgesteld. Dergelijke
punten behoeven niet per se een wettelijke regeling. In sommige gevallen betekent
meer detaillering niet per se meer zekerheid, in ander gevallen kan een oplossing
gevonden door bijvoorbeeld procedures te maken, instructies of voorlichting
te geven, en door het vooraf maken van vertalingen of er voor te zorgen dat
er vertalers beschikbaar zijn.
Met betrekking tot het punt van de onduidelijkheid over het ondertekenen
van het stembiljet bij de Europese verkiezing meen ik dat de Kieswet wel voldoende
duidelijkheid biedt aangezien voor het artikel waar de Kiesraad naar verwijst
in het hoofdstuk over de Europese verkiezingen niet is geregeld dat in dit
geval de Kiesraad als hoofdstembureau optreedt. Derhalve geldt de reguliere
situatie, namelijk dat de voorzitter van het hoofdstembureau van de kieskring
het stembiljet ondertekent.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten