31 125 Defensie Industrie Strategie

Nr. 67 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 mei 2016

Hierbij ontvangt u de tweede halfjaarlijkse rapportage over de voortgang van IT en ERP, zoals ik die heb toegezegd in mijn brief van 28 augustus 2015 (Kamerstuk 31 125, nr. 61).

ERP

In de vorige rapportage (Kamerstuk 31 125, nr. 64 van 7 december 2015) heb ik u gemeld dat de basisimplementatie was voltooid, met uitzondering van de F-16 en een deel van de functionaliteit voor het brandstoffenbedrijf. De migratie van de F-16, die nog tot eind 2016 duurt, verloopt volgens plan. De eerste functionaliteiten voor het brandstoffenbedrijf zijn inmiddels geleverd, en dus is ook die migratie van start gegaan.

Vanzelfsprekend is er verder gewerkt aan het optimaliseren van ERP en de bedrijfsvoering, onder meer op het gebied van datakwaliteit, kennisvergroting en managementinformatie. De defensieonderdelen zijn nog altijd druk doende om het werken met ERP, inclusief de wijzigende bedrijfsvoering, zich verder eigen te maken. Ook de komende periode ligt de nadruk dan ook vooral op het optimaliseren van de bedrijfsvoering en dus minder op de introductie van nieuwe functionaliteiten. De details over de verdere optimalisatie van ERP en de bedrijfsvoering vindt u in bijlage A.

IT

In de afgelopen periode is de aanbesteding van de nieuwe IT-infrastructuur voorbereid. Dit is een complexe aangelegenheid. De planning van de verwervingsstrategie is herzien omdat besloten is toch te publiceren. Hiermee kan de kracht van de markt optimaal worden benut, en kunnen juridische procedures worden voorkomen. Wel is de voorbereiding van de aanbesteding daardoor vier maanden uitgelopen. De publicatie wordt binnenkort verwacht. Ook de procedure als zodanig zal naar verwachting langer duren, ca. tien maanden in plaats van zes. De precieze levertijd zal vervolgens tijdens het aanbestedingstraject worden vastgesteld. De details over de IT-vernieuwing vindt u in bijlage B.

Het plan voor de IT-vernieuwing is tevens voorgelegd aan het Bureau-ICT Toetsing (BIT). Naar verwachting zal het BIT in het tweede kwartaal van 2016 advies uitbrengen. Ik zal u dat advies, voorzien van mijn reactie, uiterlijk vier weken na ontvangst doen toekomen.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

BIJLAGE A – Optimaliseren ERP en bedrijfsvoering

Het gebruik van ERP vraagt een manier van werken waarbij het denken in ketens en de kwaliteit van gegevens veel belangrijker zijn dan voorheen. Met kleinschalige, gerichte verbeteringen wordt gewerkt aan het verder optimaliseren van de bedrijfsvoering en ERP. Deze rapportage geeft inzicht in de resultaten die in de tweede helft van 2015 zijn bereikt en in het geactualiseerde plan voor 2016.

Voortgang

De migratie van de F-16, die tot eind 2016 duurt, verloopt volgens plan. In juli 2015 zijn de migratie van de ketenlogistiek en het componentenonderhoud voltooid. Vervolgens is begonnen met de vliegtuigen, waarvan er tot nu toe veertien zijn gemigreerd. In de tweede helft van 2015 is de functionaliteit voor bulkbrandstoffen aan het brandstoffenbedrijf geleverd, waarna met de migratie is gestart. De migratie, die per brandstofsoort geschiedt, zal naar verwachting voor het einde van 2016 worden voltooid.

Door het snel toenemende gebruik van ERP worden steeds meer oneffenheden ontdekt en opgelost. Het systeem wordt hiermee gestaag beter. Voorbeelden hiervan zijn de introductie van zogenoemde «grijpvoorraden», waardoor voor veelgebruikte artikelen veel minder administratieve handelingen nodig zijn. En zo ook de verbeterde ondersteuning van het assortimentsgewijs werken, een aspect dat ook de komende periode nog de nodige aandacht zal krijgen. Het systeem levert steeds betere managementinformatie, bijvoorbeeld over bevoorrading, onderhoud en inkoop. Daarnaast is een functionaliteit toegevoegd waarmee gebruikers zelf rapportages kunnen maken op basis van ERP-gegevens. Voorts is gewerkt aan nieuwe functionaliteiten, zoals de koppeling van SAP met het geheel gerobotiseerde magazijn in Woensdrecht. Ook is het eerste deel van tracking and tracing opgeleverd.

In aanvulling op de klassikale cursussen worden ketengerichte en elektronische onderwijsmiddelen ontwikkeld, die deze zomer worden beproefd en vervolgens in gebruik zullen worden genomen. Ook voor 2017 is er capaciteit gereserveerd om de onderwijsmiddelen aan te vullen en verder te verbeteren.

In het kader van «stay clean» zijn de databeheerprocessen verbeterd. Tevens zijn hulpmiddelen ontwikkeld waarmee toekomstige datavervuiling effectiever kan worden bestreden. Voor het opschonen van complexe artikelen is samen met de leverancier een combinatie van hulpmiddelen (tools) en processen ontwikkeld, waarmee de opschoning verdeeld over drie onderhoudsweekeinden in 2016 zal worden uitgevoerd.

Met de ingebruikname van ERP worden vijftig toepassingen overbodig gemaakt. De ontmanteling van deze legacy systemen verloopt volgens plan. Zestien toepassingen zijn inmiddels buiten werking gesteld. Dit jaar zullen nog eens 26 toepassingen worden ontmanteld. De resterende acht toepassingen volgen in de jaren daarna.

Planning en mijlpalen

Begin maart is een nieuwe versie van ERP opgeleverd waarin vooral technische verbeteringen zijn aangebracht. Leveranties met nieuwe functionaliteiten volgen in mei, juli, september en december.

Financiën

Voor het optimaliseren van ERP en de bedrijfsvoering was in 2015 een bedrag van € 15 miljoen begroot. Hiervan is € 14,5 miljoen uitgegeven, verdeeld over de volgende activiteiten:

  • Optimaliseren gebruik € 6,0 miljoen

  • Datakwaliteit € 0,75 miljoen

  • Ondersteuning operationeel optreden en oefeningen € 1,25 miljoen

  • Nieuwe functionaliteit en optimaliseren software € 6,5 miljoen

In de ontwerpbegroting van 2016 is voor het optimaliseren opnieuw € 15 miljoen opgenomen, waarvan ruwweg de helft voor het optimaliseren van het gebruik en het verhogen van de datakwaliteit en de helft voor nieuwe functionaliteiten.

Risico’s en maatregelen

Het optimaliseren van de bedrijfsvoering en het beter leren werken met ERP vergt nog altijd veel van de defensieonderdelen, waardoor er weinig capaciteit overblijft om nieuwe functionaliteiten in de bedrijfsvoering in te passen. De komende periode zal daarom minder dan gepland worden gewerkt aan het bouwen van nieuwe functionaliteiten en meer aan het optimaliseren van het gebruik, het verhogen van de datakwaliteit en het verhogen van de performance van al geleverde functionaliteiten.

Afhankelijkheden met andere projecten

ERP moet uiteindelijk gaan draaien op de nieuwe IT-infrastructuur (zie bijlage B).

BIJLAGE B – IT vernieuwing

De IT van Defensie wordt volledig vernieuwd. In overeenstemming met het High-Level Ontwerp (Kamerstuk 31 125, nr. 57) zal de nieuwe IT geschikt zijn voor gebruik in Nederland en tijdens missies wereldwijd en voor verschillende niveaus van informatiebeveiliging. Zowel de huidige als nieuwe toepassingen zullen worden ondersteund. De pijlers continuïteit, beveiliging en innovatie uit de IT-visie (Kamerstuk 31 125, nr. 45) staan centraal.

De vernieuwing wordt in samenwerking met de markt uitgevoerd. De vernieuwing wordt in fases gedaan, waarbij steeds alleen de eerstvolgende fase in detail wordt uitgewerkt. Zo kan voortdurend op technologische en organisatorische veranderingen worden ingespeeld. De eerste fase is gericht op de realisatie van een eerste versie van de nieuwe IT-infrastructuur, die alle bouwblokken biedt om gebruikerstoepassingen te kunnen draaien, zoals stroomvoorziening, koeling, opslag, rekencapaciteit, netwerkverbindingen, authenticatie («wie ben je?»), autorisatie («wat mag je?») en de ontsluiting van gegevens.

De eerste versie van de IT-infrastructuur, de groeikern, is beperkt tot laaggerubriceerd gebruik in Nederland. In dat kader heeft Defensie ervoor gekozen om de groeikern te richten op de functionaliteit om informatiegestuurd optreden bij de KMar (IGO-KMar) mogelijk te maken. Nadat de werking is aangetoond, kan in de volgende fasen worden opgeschaald naar meer gebruikers, meer toepassingen, hooggerubriceerd en expeditionair gebruik en kan het overzetten van huidige toepassingen beginnen.

Voortgang

In de afgelopen periode is de verwervingsstrategie voor de IT-infrastructuur nader uitgewerkt, waarbij ervoor is gekozen de aanbesteding te publiceren. Door deze aanpak wordt de marktwerking optimaal benut en worden geen partijen op voorhand uitgesloten.

De IT-uitvoeringsorganisaties van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) die de vernieuwing vormgeven, het Joint Informatievoorzieningscommando (JIVC) en Operations (OPS), worden samengevoegd tot één IT-bedrijf. De reorganisatie die dit mogelijk maakt, is begin januari 2016 formeel in gang gezet.

Planning en mijlpalen

De planning van de verwervingsstrategie is herzien omdat besloten is toch te publiceren. Hiermee kan de kracht van de markt optimaal worden benut, en kunnen juridische procedures worden voorkomen. Wel is de voorbereiding van de aanbesteding daardoor vier maanden uitgelopen. De publicatie wordt binnenkort verwacht. Ook de procedure als zodanig zal naar verwachting langer duren, ca. tien maanden in plaats van zes. De precieze levertijd zal vervolgens tijdens het aanbestedingstraject worden vastgesteld. Het totale traject zal in elk geval tot en met 2020 duren.

Financiën

Defensie zal tijdens de aanbesteding, in samenspraak met Financiën, een business case opstellen. Belangrijke elementen daarvan zijn de kosten die de markt gaat rekenen en de gevolgen van de IT-vernieuwing voor het personeelsbestand. Deze elementen zullen tijdens het aanbestedingstraject duidelijk worden. Zolang er geen besluit is genomen op basis van een business case, worden geen verplichtingen aangegaan.

Risico’s en maatregelen

De eerste toepassingen voor IGO-KMar moeten op 1 januari 2017 beschikbaar zijn. Dit is eerder dan de levering van de nieuwe IT-infrastructuur. Om te zorgen dat de invoering van IGO-KMar hiervan geen hinder ondervindt, zullen deze toepassingen eerst op de huidige IT-infrastructuur worden geleverd. Daarbij wordt zeker gesteld dat ze eenvoudig kunnen worden overgezet op de nieuwe infrastructuur, zodra die beschikbaar komt.

Na de eerste oplevering van de nieuwe IT-infrastructuur, die is gericht op het gebruik in Nederland, zal worden opgeschaald naar operationeel gebruik in het buitenland. Het onderscheid met de specifieke militaire IT-infrastructuur TITAAN zal dan verdwijnen. Om de beschikbaarheid van TITAAN zolang te garanderen, wordt een tussenversie voorzien waarmee de technische levensduur wordt verlengd. Ook voor de Secure Werkplek Defensie (SWD) zal een voorlopige versie worden geleverd in het geval de continuïteit in het geding komt. Deze ontwikkelingen zullen worden gefinancierd uit de al geplande investeringsreeksen voor Vernieuwing-TITAAN en SWD.

Afhankelijkheden met andere projecten

De IT-vernieuwing zal in nauwe samenwerking met project IGO-KMar tot stand worden gebracht. Voorts zijn er afhankelijkheden met de projecten Vernieuwing-TITAAN en Secure Werkplek Defensie (SWD).

Naar boven