nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2008
Tijdens het Algemeen Overleg over Turkse dienstplicht op 4 maart
jl. (Kamerstuk 31 088, nr. 6) heb ik toegezegd u te informeren over
de inzet van de Nederlandse regering bij de behandeling van zaken die verband
houden met dienstweigering in Turkije door de Raad van Europa. Ik heb u tevens
toegezegd de mogelijkheden voor ontheffing van de Turkse dienstplicht voor
Nederlandse beroepsmilitairen met een Turkse achtergrond te bespreken met
de Turkse autoriteiten. Graag informeer ik u hierbij over de door u gedane
verzoeken.
Dienstweigering
Bij het Europese Hof voor de Rechten van de mens (EHRM) dienen op dit
ogenblik meerdere zaken over Turkse dienstweigeraars. Het exacte aantal kan
ik u niet geven, omdat het Hof in principe geen informatie verstrekt over
aanhangige zaken aan derden. Wel weten we dat betreffende zaken zijn aangebracht
door personen die uit pacifistische overtuiging gewetensbezwaren hebben tegen
de dienstplicht en door personen die uit religieuze overtuiging dienst weigeren.
In oktober 2007 is Turkije door het Comité van Ministers van de
Raad van Europa in een resolutie (CM/RES/DH(2007)109) opgeroepen de noodzakelijke
veranderingen in de wetgeving door te voeren en het Comité van Ministers
over de voortgang hiervan te informeren. In een speciale zitting van het Comité
van Ministers in maart 2008 is deze oproep herhaald. Turkije heeft laten weten
dat de wetgeving ter zake wordt aangepast en dat Turkije tijdens de vergadering
in juni a.s. met nieuwe informatie zal komen. Nederland heeft in beide vergaderingen
de resoluties ondersteund en blijft de zaak met aandacht volgen.
Het onderwerp is door de Nederlandse regering tevens opgebracht in EU-verband,
in het kader van de politieke dialoog met Turkije. Het punt zal eveneens worden
betrokken bij de onderhandelingen met Turkije over hoofdstuk 23
(«Judiciary and Fundamental Rights») van het acquis communautaire.
Dienstplicht beroepsmilitairen
Op 26 maart jl. heb ik de Turkse minister van Buitenlandse Zaken
Babacan gevraagd naar de mogelijkheden voor vrijstelling van de dienstplicht
in Turkije voor Nederlandse beroepsmilitairen met een Turkse nationaliteit.
De Turkse autoriteiten blijven voorlopig bij het standpunt dat alleen bipatriden
die in een ander land dienstplicht vervuld hebben, kunnen worden uitgezonderd
van de Turkse dienstplicht. Omdat het dienen in een beroepsleger van een ander
land een vrijwillige keuze betreft, wordt geen ontheffing verleend aan beroepsmilitairen
in landen waar de dienstplicht is afgeschaft op opgeschort, zoals in Nederland.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen