Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2019
Tijdens het plenaire debat met uw Kamer op 21 maart jl. over het evaluatierapport
over het onterecht terugvorderen van kinderopvangtoeslagen (Handelingen II 2018/19,
nr. 65) heb ik toegezegd u deze week schriftelijk te informeren over twee onderwerpen.
Het eerste onderwerp betreft de tot nu toe gemaakte kosten voor inschakeling van de
Landsadvocaat in het CAF-11 dossier. Het tweede onderwerp betreft een vraag van de
heer Van Weyenberg of het staand beleid is dat kinderopvangtoeslag automatisch tot
vijf jaar wordt teruggevorderd in het geval van een «contractfout» ook als ouders
zich niet van zo’n fout bewust waren.
Kosten landsadvocaat
Hieronder vermeld ik de tot februari 2019 gemaakte kosten van de Landsadvocaat. Het
gaat om het totaal van inzet van de Landsadvocaat bij de verschillende afgesloten
en nog lopende bestuursrechtelijke procedures, de lopende procedure rondom de civiele
schadeclaim en algemene advisering in het kader van CAF-11. Deze kosten zijn € 282.000.
Dit is afgerond op duizenden euro’s en omvat honoraria, kantoorkosten, verschotten
en BTW.
Uit zorgvuldigheid is de Landsadvocaat in de bestuursrechtelijke procedures ingeschakeld,
om met een frisse, juridische blik de relevante zaken opnieuw te beoordelen en proactief
te kijken hoe een ruimhartigere verstrekking van stukken zou moeten worden toegepast.
Vraag van de heer Van Weyenberg
Het lid Van Weyenberg (D66) heeft gevraagd of het staand beleid is dat kinderopvangtoeslag
automatisch tot 5 jaar wordt teruggevorderd in het geval van een «contractfout», ook
als de ouders zich niet van zo’n fout bewust zijn.
Als kinderopvangtoeslag is toegekend, dan zijn er op grond van de Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen (Awir) bepalingen om deze te herzien, daarbij kan maximaal vijf jaar terug
worden gegaan.
Als het inkomen wijzigt (een fiscale wijziging), dan moet de kinderopvangtoeslag naar
boven of naar beneden worden herzien. Een fout in het contract (een niet-fiscale wijziging)
kan eveneens leiden tot een herziening, maar vraagt dan om een individuele weging
van feiten en omstandigheden.
Op dit moment ontbreekt een heldere vaktechnische inkadering hiervoor. De door mij
aangekondigde maatregel ten aanzien van een betere vaktechnische inbedding bij Toeslagen
ziet onder meer hierop.1 De recentelijk aangestelde landelijk vaktechnisch coördinator zal gaan toezien op
een betere coördinatie van de uitvoering.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel