Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 september 2018
Op 4 juli (Kamerstuk 31 066, nr. 420) en 12 juli jongstleden (Kamerstuk 31 066, nr. 422) heb ik uw Kamer twee brieven gestuurd over de vertraging in de aanslagoplegging
bij de erfbelasting. Naar aanleiding van die brieven is de vaste commissie voor Financiën
op 24 juli jongstleden een schriftelijk overleg gestart, ter voorbereiding op het
algemeen overleg «Stand van zaken erf- en schenkbelasting» op 12 september aanstaande.
Bijgaand treft u de beantwoording aan op de vragen uit het schriftelijk overleg (Kamerstuk
31 066, nr. 426). Ik maak hierbij ook graag van de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren
over de voortgang van het inhalen van de vertraging bij de schenk- en erfbelasting.
In de afgelopen periode heb ik uw Kamer meerdere keren geïnformeerd over de stand
van zaken rondom het inlopen van de vertraging bij de schenk- en erfbelasting die
in 2017 is ontstaan. Conform mijn eerdere toezegging is het doel toewerken naar een
reguliere werkvoorraad van 5.000 aanslagen erfbelasting en 1.000 te digitaliseren
aangiften schenkbelasting. Begin juli bleek dat de voortgang van de aanslagoplegging
daarbij achterbleef. Toen heb ik uw Kamer geïnformeerd over de nieuwe achterstanden die waren ontstaan bij het opleggen van aanslagen erfbelasting. Ik heb daarom
aangekondigd de aansturing op de erf- en schenkbelasting aan te scherpen en de informatievoorziening
te verbeteren. De Belastingdienst heeft daarvoor een plan van aanpak gemaakt, waarin
tevens een aantal beheersmaatregelen is opgenomen.
De maatregelen uit het bijgestelde plan van aanpak ...
Het plan van aanpak voorziet in een aantal beheersmaatregelen. Deze maatregelen zijn
inmiddels geïmplementeerd en de praktijk laat zien dat ze aanzienlijk bijdragen aan
de versnelde afbouw van de werkvoorraad.
Door de inzet van de zomertaskforce (oplopend tot 150 extra medewerkers) is een grote slag gemaakt met het inlopen van de ontstane vertraging bij het
opleggen van aanslagen erfbelasting en schenkbelasting. Er wordt wekelijks gerapporteerd
over de voortgang en deze rapportage wordt op topmanagementniveau wekelijks besproken.
De benodigde capaciteit is bepaald op basis van de nog te behandelen aangiften in
2018. Daarnaast is – wat tot medio juni nog niet mogelijk was – een tijdelijke voorziening
gerealiseerd om cijfermatig inzicht te krijgen in de voortgang van het opleggen van
de aanslagen schenk- en erfbelasting. Op basis van deze cijfers kunnen eventuele knelpunten
tijdig worden gesignaleerd en bijgestuurd.
... hebben een positief effect op het inlopen van de achterstand
Sinds 1 juli zijn er 20.431 aangiften erfbelasting behandeld en 24.611 papierenaangiften
schenkbelasting gedigitaliseerd. De werkvoorraad voor de erfbelasting is daarmee gedaald
van 22.593 te behandelen aangiften (dd. 1 juli 2018) tot 10.856 (dd. 31 augustus 2018).
Voor de schenkbelasting is de voorraad te digitaliseren aangiften gedaald van 26.895
tot 7.818. Deze voorraden zijn inclusief de nieuw binnengekomen aangiften. Daarmee
ligt de uitvoering op koers om mijn toezegging te realiseren dat eind 2018 de achterstanden
zijn weggewerkt en de werkvoorraad is teruggebracht tot het normale niveau (5.000
aangiften erfbelasting, 1.000 te digitaliseren aangiften schenkbelasting).
De komende periode
Om vanaf oktober aanslagen erfbelasting over 2018 te kunnen opleggen is een belangrijk
moment in de komende periode de oplevering van de benodigde ICT. De ontwikkeling hiervan
verloopt volgens planning en daarom heb ik op dit moment geen reden om aan te nemen
dat de oplevering niet als gepland gaat plaatsvinden.
Het streven is en blijft dat de opgelopen achterstanden dit jaar worden ingehaald.
Het blijft daarbij mijn voortdurende inzet om de overlast voor burgers tot een minimum
te beperken.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel