31 066 Belastingdienst

Nr. 169 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2013

Bij brief van 28 maart jl. heeft de vaste commissie voor Financiën mij gevraagd om informatie te verstrekken omtrent een brief over vernieuwingen in de werkwijze van de Belastingdienst. U stelt deze vraag naar aanleiding van een op 21 maart 2013 door het Weekblad Fiscaal Recht georganiseerde bijeenkomst met als thema «Innovatie in de werkprocessen van de Belastingdienst». Bij de genoemde bijeenkomst is namens mij niemand aanwezig geweest noch heeft iemand namens mij gesproken. Het is dan ook opmerkelijk dat – naar ik begrijp – ter sprake is gekomen dat ik een brief aan het voorbereiden zou zijn over vernieuwingen in de werkwijze van de Belastingdienst. Dat is namelijk niet het geval.

Wel hoop ik komend voorjaar aan uw Kamer het (reeds aangekondigde) wetsvoorstel Vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst aan te bieden. Dit wetsvoorstel regelt de wijzigingen in het formele belastingrecht die ik in de Fiscale Agenda heb aangekondigd. Over de Fiscale Agenda heb ik reeds met uw Kamer uitgebreid van gedachten gewisseld. Van 6 september tot en met 18 oktober 2012 heeft het kabinet het genoemde wetsvoorstel ter consultatie op internet aangeboden. Mede naar aanleiding van de ontvangen reacties is het wetsvoorstel op enkele onderdelen aanzienlijk gewijzigd. Op 8 maart 2013 is het gewijzigde wetsvoorstel door de ministerraad aanvaard en voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Het bij die gelegenheid uitgebrachte persbericht beoogde duiding te verschaffen over de stand van zaken van het wetsvoorstel na de internetconsultatie. Na indiening van het wetsvoorstel bestaat wat mij betreft voldoende gelegenheid om met uw Kamer over de inhoud in debat te gaan. Een debat waar ik overigens naar uitkijk.

De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers

Naar boven