31 066 Belastingdienst

Nr. 1409 MOTIE VAN HET LID VAN EIJK C.S.

Voorgesteld 13 juni 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de fiscale behandeling van de Bijzondere invaliditeitsverhoging thans gelijk is aan andere soortgelijke betalingen;

overwegende dat de voorgestelde oplossingsrichting desondanks geen recht doet aan de terechte gevoelens van onze veteranen;

overwegende dat de drie geschetste alternatieven tegelijkertijd een aantal aanzienlijke nadelen kennen, zoals precedentwerking en doorwerking naar andere inkomensafhankelijke regelingen, met als mogelijk gevolg verlies van toeslagen;

van mening dat de Bijzondere invaliditeitsverhoging als smartengeld in principe onbelast zou moeten zijn;

verzoekt de regering om voor- en nadelen van de drie beschreven varianten verder uit te werken en uitgebreider te toetsen op precedentwerking, doorwerking op andere regelingen, gelijke behandeling, draagkracht, budgettaire consequenties en uitvoerbaarheid en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Eijk

Van Oostenbruggen

Inge van Dijk

Naar boven