31 066 Belastingdienst

Nr. 1038 MOTIE VAN HET LID AZARKAN C.S.

Voorgesteld 14 juni 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Commissie Werkelijke Schade grote vrijheid heeft gekregen bij het vaststellen van de werkelijke schade, en hierbij uitgaat van het civielrechtelijke schadevergoedingsrecht;

overwegende dat het civielrechtelijke schadevergoedingsrecht op diverse manieren geïnterpreteerd kan worden, en daarmee onvoldoende houvast biedt aan de gedupeerde ouders;

overwegende dat het wenselijk is dat er een duidelijker kader komt op grond waarvan de compensatiebedragen berekend worden;

overwegende dat de Staatssecretaris al een jaar geleden heeft toegezegd om hierover meer duidelijkheid te scheppen;

verzoekt de regering een kader te ontwerpen, op grond waarvan de Commissie Werkelijke Schade de compensatiebedragen kan vaststellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Azarkan

Van Raan

Arib

Naar boven