Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2012
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij op
22 november jl. verzocht om spoedige toezending van een stand-van-zakenbrief met betrekking
tot de situatie in het Ruwaard van Putten Ziekenhuis te Spijkenisse. Ook heb ik vier
sets schriftelijke vragen ontvangen van de leden Klever (2012Z19480), Bouwmeester (2012Z20046) en Leijten en Van Gerven (2012Z20052 en 2012Z20488) over de situatie in het Ruwaard van Putten Ziekenhuis.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft op 15 november jl. het Ruwaard van
Putten Ziekenhuis voor zes maanden onder verscherpt toezicht gesteld. Op 22 november
2012 heeft de IGZ de Raad van Bestuur van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis bevolen
per direct alle leden van de maatschap cardiologie te laten stoppen met het verlenen
van cardiologische zorg in het ziekenhuis. Ik heb op 29 november jongstleden besloten
dat dit bevel voorlopig van kracht blijft.
De situatie bij het ziekenhuis vereist van de IGZ intensief toezicht op de ingrijpende
maatregelen die het ziekenhuis moet nemen waaronder het doen van nader (dossier)onderzoek
en het zorg dragen voor de veiligheid en het welzijn van alle direct betrokken patiënten.
De IGZ zal niet schromen om zo nodig passende maatregelen te nemen.
De mij beschikbare informatie heb ik u tijdens de beantwoording van de mondelinge
vragen van het lid Van Gerven (SP) op dinsdag 27 november jl. gegeven (Handelingen
II 2012/13, nr. 27, behandeling mondelinge vragen van het lid Van Gerven). Zoals ik toen ook heb aangegeven,
vind ik het belangrijk dat de IGZ nu prioriteit geeft aan haar kerntaken ten aanzien
van het toezicht. Ik geef er de voorkeur aan om de werkzaamheden van de IGZ met betrekking
tot het Ruwaard van Putten Ziekenhuis nu niet te belasten met een tussentijdse rapportage
die bij verzending al weer achterhaald is. Zodra de meest intensieve toezichtactiviteiten
van de IGZ zijn afgerond, zal ik, conform uw verzoek, u nader informeren over onder
andere het optreden van het onafhankelijke toezicht, het OM, de IGZ, zorgverzekeraars
en de klachtencommissie van het ziekenhuis. Mochten er grote veranderingen plaatshebben,
dan zal ik u uiteraard hiervan op de hoogte stellen. De betreffende schriftelijke
vragen zal ik, zo mogelijk, proberen te beantwoorden binnen de daarvoor gestelde termijnen.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers