Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2010
Conform mijn voorstel in de brief van 19 oktober 2009 (TK 2008–2009, 30 995, nr. 74) informeer ik u hierbij over de verdeling van het Budget 40+ wijken, 2e tranche.
Het Kabinet heeft op uw verzoek voor wijken die niet tot de 40 prioritaire wijken behoren, maar die wel een vergelijkbare
problematiek kennen, € 60 miljoen budget beschikbaar gesteld. De Kamer heeft gevraagd de 1e tranche met voorrang te bestemmen voor gemeenten binnen de G31. De 2e tranche geeft voorrang aan de gemeenten buiten de G31.
De Leefbaarometer1 is gebruikt om de wijken met leefbaarheidsproblemen te selecteren. De gemeenten waar die wijken in liggen zijn vervolgens
uitgenodigd om een aanvraag voor de 2e tranche in te dienen. De beoordelingscriteria zijn met u gecommuniceerd in de brief d.d. 19 oktober 2009 (TK 2008–2009, 30 995, nr. 74).
De onafhankelijke commissie onder leiding van dhr. Doekle Terpstra heeft alle ingediende aanvragen beoordeeld en mij van advies
voorzien over de toekenning van het budget. Ik heb besloten het advies van 31 mei 2010 van de commissie, dat u als bijlage
bij deze brief aantreft, integraal over te nemen.2
De commissie heeft mij, net als bij de 1e tranche, laten weten dat de gemeenten de methode van verdeling van het Budget 40+ wijken zeer waarderen. Er is in relatief
korte tijd een duidelijke kwaliteitsimpuls gegeven waardoor er veel enthousiasmerende en waardevolle wijkplannen tot stand
zijn gekomen. De reikwijdte van de wijkenaanpak is hiermee verbreed, vooral met gemeenten buiten de G31.
Op 24 juni wordt een bijeenkomst georganiseerd voor alle aanvragende gemeenten uit de 1e en 2e tranche. Het doel van deze bijeenkomst is dat alle partijen betrokken in de wijken van elkaar leren en door elkaar worden
geïnspireerd.
Met deze toekenning geef ik antwoord op de vraag van de Tweede Kamer om ook buiten de 40 aandachtswijken wijken met vergelijkbare
leefbaarheidsproblemen te ondersteunen. Voor de goede orde teken ik hierbij aan dat er nog zo’n 45 wijken resteren waarmee
het rijk geen aparte financiële relatie onderhoudt.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
E. van Middelkoop