Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2012
Hierbij ontvangt u het rapport «Evaluatie baten-lastendienst Inspectie VenW».*) De
Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) is op 1 januari 2007 als baten-lastendienst
ingesteld; de evaluatie betreft de periode 2007–2011 en heeft als doel een beeld te
geven van de ontwikkeling en het functioneren van de IVW als baten-lastendienst. De
evaluatie is uitgevoerd door mijn departement en een extern bureau, in nauwe samenwerking
met het ministerie van Financiën. Om de onafhankelijkheid te waarborgen is een taskforce
ingesteld, onder leiding van de heer R.J. Barendse, directeur Financieel Economische
Zaken van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie. Deze taskforce
heeft de conclusies van de evaluatie gevalideerd en aanbevelingen geformuleerd.
In deze brief stel ik enkele hoofdlijnen van de conclusies en aanbevelingen aan de
orde.
De taskforce constateert dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat sinds 2007 een aantal
ontwikkelingen heeft doorgemaakt om tot een meer slagvaardige organisatie te komen,
bij voorbeeld de reorganisatie in 2009, waarbij de interne aansturing van de organisatie
sterk is vereenvoudigd.
In het kader van de evaluatie bleek het lastig te zijn om een uitspraak te doen over
de ontwikkeling van de doelmatigheid en doeltreffendheid van de IVW. Indien wordt
gekeken naar de totale kosten van de IVW dan kan wel worden vastgesteld dat deze tussen
2007 en 2011 met 10% zijn gedaald. Daar moet echter bij worden aangetekend dat het
takenpakket ook is gekrompen. Als gecorrigeerd wordt voor die verschuiving is er sprake
van een stijging van kosten (overall en per fte). Wanneer vervolgens ook de stijging
van cao-loonkosten in acht wordt genomen, dan lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat
de IVW een beperkte doelmatigheidswinst heeft geboekt.
Per 1 januari jl. zijn de IVW en de VROM-Inspectie gefuseerd. Zij vormen samen de
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De taskforce heeft op grond van de evaluatie
van het functioneren van de baten-lastendienst IVW nagegaan welke verbeteringen nog
kunnen bijdragen aan een doelmatiger functionerende ILT. Geconstateerd kan worden
dat de inspectiewerkzaamheden in beweging zijn en dat de secretaris-generaal in de
rol van eigenaar van de baten-lastendienst ILT, de directoraten-generaal in de rol
van ketenpartners en de ILT bezig zijn de werkprocessen en samenwerking te verbeteren
en aan te scherpen. De aanbevelingen van de taskforce zijn erop gericht dit proces
te stimuleren. De kern van de aanbevelingen is een verdere verduidelijking van rollen
en verantwoordelijkheden in het sturingsmodel in de driehoek secretaris-generaal,
ILT en directoraten-generaal (ketenpartners) op basis van de volgende punten:
-
• gelijkwaardigheid tussen de ILT en ketenpartners,
-
• rolvastheid,
-
• meer zakelijkheid, en
-
• meer transparantie om scherp inzicht te krijgen waar de ILT staat op het gebied van
doelmatigheid en effectiviteit.
Ik onderschrijf de intenties van de aanbevelingen van de taskforce. De aanbevelingen
zullen worden betrokken bij de verdere uitwerking van het sturingsmodel voor de baten-lastendienst
ILT, waarbij het uitgangspunt is dat de ILT, op basis van de gewenste nalevingniveaus
voor de verschillende domeinen van toezicht, het noodzakelijke maatregelenpakket (dienstverlening,
toezicht en opsporing) aangeeft, rekening houdend met de beschikbare financiële en
personele randvoorwaarden. De secretaris-generaal, in de rol van eigenaar, ziet
toe op de continuïteit van de ILT en voert regie op de werking van het sturingsmodel.
Mede in het licht van de conclusies en aanbevelingen van de evaluatie is met het ministerie
van Financiën afgesproken dat over twee jaar getoetst zal worden of de ILT voldoet
aan de eisen die gelden voor een agentschap.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer