30 818
Regels met betrekking tot het beheer en gebruik van watersystemen (Waterwet)

nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID KOPPEJAN C.S.

Ontvangen 12 februari 2008

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Aan artikel 2.14 wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:

5. Uiterlijk een jaar na de verzending, bedoeld in het tweede lid, laatste volzin, zendt Onze Minister aan beide kamers der Staten-Generaal, met het in artikel 7.17, eerste lid, bedoelde programma, een overzicht van maatregelen die door de beheerders worden getroffen met betrekking tot primaire waterkeringen die blijkens de in het eerste lid bedoelde verslagen niet voldoen aan de veiligheidsnorm, bedoeld in artikel 2.2, eerste en tweede lid.

Toelichting

Het genoemde programma is het zgn. Hoogwaterbeschermingsprogramma, voor rijkssubsidiering van versterkingen aan primaire waterkeringen dat jaarlijks door de Minister wordt vastgesteld en gezonden aan de Staten-Generaal.

Het amendement voorziet er in dat de primaire waterkeringen die bij de periodieke toetsing van de veiligheid van primaire waterkeringen volgens het derde lid van artikel 2.14 niet voldoen aan de in de bij de wet behorende bijlage II opgenomen veiligheidsnormen, met grote voortvarendheid worden aangepakt. Om dit te bewerkstelligen wordt nu in de wet vastgelegd dat eens in de zes jaar, een jaar na verzending van de verslagen uit de periodieke toetsing van de veiligheid van primaire waterkeringen aan de Staten-Generaal, de verzending van het Hoogwaterbeschermingsprogramma gepaard gaat met een overzicht van de door de waterbeheerders te nemen maatregelen, inclusief tijdsplanning, op primaire waterkeringen die in de laatste toetsronde zijn afgekeurd.

Koppejan

Boelhouwer

Cramer

Naar boven