30 806 Onbemande vliegtuigen (UAV)

Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2014

Naar aanleiding van uw verzoek om een nadere toelichting op het voorgenomen kabinetsonderzoek naar onbemande vliegtuigen, zoals aangekondigd in mijn brief van 13 december jl. (Kamerstuk 26 643, nr. 298), bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, het volgende.

Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van mijn ministerie is op dit moment bezig met de opzet van het onderzoek. Omdat ik sterk hecht aan een onderzoek dat qua reikwijdte op voldoende draagvlak in uw kamer kan rekenen, heb ik het WODC gevraagd in de opzet van het onderzoek de vragen mee te nemen uit het voorstel voor de Toekomst- en onderzoeksagenda 2014 van de Tweede Kamer (Kamerstuk 32 224, nr. 8, blz. 10). Dit impliceert dat in de opzet van het kabinetsonderzoek in ieder geval de volgende vragen worden opgenomen:

  • 1. inventarisatie van knelpunten van bestaande wet- en regelgeving op het gebied van het gebruik van onbemande vliegtuigen (UAV’s);

  • 2. inventariseren van nut, noodzaak en de bedreigingen rond het toekomstig gebruik van UAV’s;

  • 3. vergelijking van de wet- en regelgeving in de ons omringende landen die zich al voorbereid hebben op het toekomstig gebruik van UAV’s waarbij gekeken wordt naar effectiviteit en proportionaliteit van de regels;

  • 4. het formuleren van de contouren van de benodigde wet- en regelgeving om voorbereid te zijn op het toekomstig gebruik van UAV’s;

  • 5. met bijzondere aandacht voor de mogelijk negatieve effecten van het gebruik van UAV’s op de privacy en de wijze waarop die het meest effectief kan worden gewaarborgd;

  • 6. waarbij tevens de verwachte kansen en bedreigingen van UAV’s op de nationale veiligheid en criminaliteit.

Het onderzoek zal in het licht van deze vragen overeenkomstig de wens van de commissie niet slechts de justitiële, doch alle mogelijke nationale civiele toepassingen van UAV’s tot onderwerp hebben en ook op de andere in uw brief genoemde aspecten betrekking hebben.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven