nr. 71
MOTIE VAN HET LID SNIJDER-HAZELHOFF C.S.
Voorgesteld 19 februari 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat verschillende factoren van invloed zijn op het behalen
van de instandhoudingsdoelstellingen;
overwegende, dat de kritische depositiewaarde aanzienlijk moet worden
genuanceerd en veeleer moet worden beschouwd als een hulpmiddel zoals aanbevolen
door de Taskforce Trojan;
overwegende, dat de verlening van vergunningen en het nemen van beheermaatregelen
in het kader van de beheerplannen dient plaats te vinden op basis van een
integrale gebiedsgerichte beoordeling, waarbij behalve ammoniak ook andere
factoren, waaronder de hydrologische situatie en de effecten van mitigerende
maatregelen, dienen te worden meegewogen;
overwegende, dat de Habitatrichtlijn aan het realiseren van de instandhoudingsdoelstelling
geen termijnen stelt, maar alleen de eis dat er geen verslechtering optreedt;
overwegende, dat daarom bestaand gebruik en ontwikkeling van de veehouderij
nabij Natura 2000-gebieden kan worden toegestaan mits dit past in het kader
van het samenstel van maatregelen die in het beheerplan worden genomen en
waaruit blijkt dat geen verslechtering optreedt van het Natura 2000-gebied;
overwegende, dat de wetenschappelijke onderbouwing van de ecologische
doelstelling van essentiële betekenis is voor de juridische borging van
de beheerplannen en of het verlenen en/of weigeren van vergunningen houdbaar
zijn bij de Raad van State;
verzoekt de regering erop toe te zien dat voornoemde overwegingen uitgangspunt
zijn en inzet blijven bij het maken van de beheerplannen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Snijder-Hazelhoff
Van der Vlies
Koopmans