30 597 Toekomst AWBZ

Nr. 293 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2013

Bij brief van 4 april 2013 vroeg u om nadere informatie over het faillissement van de Stichting Gehandicaptenzorg Limburg (SGL). In de brief werd een aantal specifieke vragen gesteld. Verderop in deze brief komen die aan de orde.

In geval van faillissement of financiële moeilijkheden van een AWBZ-instelling dient het zorgkantoor de continuïteit van zorg te garanderen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) houdt daar toezicht op. Bij de beantwoording van uw brief heb ik mij door de NZa laten informeren.

De rechtbank in Maastricht heeft inderdaad het faillissement uitgesproken over SGL. Onvermijdelijk heeft dat geleid tot onrust, voor cliënten en personeel is dit immers een uiterst vervelende situatie.

De instelling heeft besloten hoger beroep tegen het vonnis waarmee faillissement werd uitgesproken aan te tekenen. Naar verwachting ligt er binnen drie à vier weken een uitspraak in hoger beroep.

In overleg met de curator heeft het zorgkantoor besloten de bevoorschotting naar voren te halen waardoor de curator over de financiële middelen beschikt om de zorg voorlopig te continueren. Bank en UWV werken aan deze gang van zaken mee.

Op uw specifieke vragen luidt mijn antwoord als volgt.

  • Hoe zit het met de continuïteit van zorg voor de 1.400 mensen?

    Op de hierboven aangegeven manier is de continuïteit van zorg voor de 1.400 cliënten voorlopig gewaarborgd.

  • Hoe zit het met de continuïteit van werkgelegenheid voor het personeel?

    In een door de instelling intern en extern verspreid bericht staat vermeld dat vooralsnog geen personeel zal worden ontslagen.

  • Is er een procedure gestart om de (oud) bestuurders aansprakelijk te stellen voor wanbeleid?

    Nee, niet door het zorgkantoor. Wel loopt er een civiele procedure van SGL tegen een ontslagen bestuurder en enkele oud-leden van de Raad van Toezicht. Daar staat het zorgkantoor buiten.

  • Wat is de rol van het zorgkantoor (de zorgkantoren) geweest?

    Het zorgkantoor heeft het door het naar voren halen van de bevoorschotting mogelijk gemaakt dat de zorgverlening voorlopig kan worden voortgezet.

  • Heeft de Nederlandse Zorgautoriteit hoog risico voor de continuïteit van zorg in verband met de solvabiliteit geconstateerd ? Zo neen, waarom niet?

    De NZa houdt toezicht op de naleving door de zorgkantoren van hun zorgplicht1. Zorgkantoren zijn als eerste verantwoordelijk voor de continuïteit van zorg. Uitgangspunt daarbij is dat de zorgkantoren de continuïteit van zorg voor de patiënten waarborgen, niet van de zorgaanbieder. Bepaalde vormen van zorg (waaronder alle AWBZ-zorg) zijn aangemerkt als cruciaal.2 Deze vormen van zorg moeten altijd beschikbaar zijn. In het geval van SGL heeft het betrokken zorgkantoor de NZa geïnformeerd over de ontstane situatie. Ook na het faillissement blijven de zorgplicht van het zorgkantoor en het toezicht daarop door de NZa bestaan.

  • Is het College Sanering Zorginstellingen geraadpleegd over de situatie.

    Nee, het College is niet geraadpleegd omdat het geen rol heeft in dergelijke situaties.

Voor de zeer korte termijn is de continuïteit van zorg aan de cliënten van SGL hiermee in ieder geval gewaarborgd. Dat neemt niet weg dat een faillissement is uitgesproken en dat er zorgen en onzekerheden blijven voor de periode na de genoemde drie à vier weken. Ook dan blijft de zorgplicht van het zorgkantoor en het toezicht daarop van de NZa van toepassing.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Artikel 11 Zvw, artikel 6 AWBZ en NZa beleidsregel Toezichtkader zorgplicht zorgverzekeraars (Zvw) TH/BR-006

X Noot
2

Zie Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG Stb. 2012, 396 (in werking per 1 januari 2013)

Naar boven