Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 maart 2012
Bij brief van 19 mei 2011 heeft u mij gevraagd mijn reactie aan de CG-Raad op hun
brief aan de minister-president spoedig toe te zenden.
In plaats van een schriftelijke reactie, zijn de punten uit de brief van de CG-Raad
aan de orde geweest in diverse contacten met vertegenwoordigers van de CG-Raad over
de in de brief van de CG-Raad genoemde onderwerpen. Ik noem ter illustratie op onderwerpen,
die binnen mijn eigen beleidsterrein vallen en die ik zelf met de CG-Raad heb besproken
of die onderwerp van overleg op ambtelijk niveau zijn geweest, zoals de PGB-maatregel,
de toekomst van het bovenregionaal recreatief vervoer (Valys) en het VN-Verdrag inzake
de rechten van personen met een handicap.
Op hoog ambtelijk niveau binnen mijn ministerie wordt structureel overleg gevoerd
met de CG-Raad waarbij onderwerpen, als genoemd in de brief, vanzelfsprekend ook aan
de orde komen. Daarnaast is de CG-Raad een belangrijke plaats gegeven in het proces
van decentralisatie van de AWBZ-begeleiding naar gemeenten.
Ook op andere beleidsterreinen, genoemd in de brief van de CG-Raad, heeft dit kabinet
intensief overleg gevoerd met de CG-Raad. Zo is – naast het wetgevingstraject – de
implementatieondersteuning een pijler van het programma Werken naar vermogen. Dit
implementatietraject heeft tot doel om alle externe stakeholders van SZW (uitvoerders,
werkgevers, cliënten) te informeren over de voorgenomen kabinetsmaatregelen en te
faciliteren bij de voorbereidingen op inwerkingtreding van de Wet werken naar vermogen
(WWNV) per 1 januari 2013. In dit verband vindt doorlopend ambtelijk en bestuurlijk
overleg plaats over de WWNV met cliëntenorganisaties, waaronder de CG-Raad en de Landelijke
Cliëntenraad. Ook bij de vormgeving van passend onderwijs zijn de CG-Raad en andere
belangenorganisaties als ouderorganisaties betrokken.
Voor de volledigheid wijs ik er tenslotte op dat uw Kamer met de minister-president
op 9 juni 2011 uitvoerig heeft gedebatteerd over de «cumulatie van maatregelen.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner