30 597 Toekomst AWBZ

Nr. 241 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2011

Op 31 oktober heeft u mij gevraagd om een reactie op de brief van VGN met betrekking tot de voorhang contracteerruimte AWBZ 2012 (2011Z20563/2011D52269).

De brief van de VGN heeft betrekking op twee onderwerpen. Het eerste onderwerp betreft de inzet van de intensiveringmiddelen AWBZ, waarbij VGN vreest dat niet alle middelen bij de aanbieders terechtkomen.

Het tweede onderwerp gaat over de contractering van zelfstandige zorgverleners, waarbij VGN aandringt op een gelijk speelveld met andere zorgaanbieders.

Met betrekking tot de inzet van de intensiveringmiddelen geldt dat de extra middelen zijn toegevoegd aan de contracteerruimte AWBZ 2012.

In de NZa-beleidsregels zijn deze middelen vertaald in een verhoging van de maximum ZZP- en VPT-tarieven. Hiervoor is gekozen om zo veel mogelijk aan te sluiten bij het bestaande inkoopproces van zorg en de sector niet te belasten met extra administratieve lasten. Via de contractering van zorg komen deze extra middelen bij de aanbieders terecht.

Zorgkantoren hebben ruimte om te onderhandelen over deze tarieven. De extra middelen zijn echter gekoppeld aan inspanningen van zorgaanbieders die moeten aangeven op welke wijze zij de middelen inzetten voor het opleiden en het aannemen van extra zorgpersoneel. Het is dus niet zo dat zorgaanbieders zonder extra activiteiten recht hebben op de extra middelen.

Door middel van afspraken in het convenant heb ik geborgd dat de zorgkantoren er zorg voor dragen dat deze middelen bij de aanbieders terechtkomen en toezien op de doelmatige aanwending ervan. Alle convenantpartijen, dus ook VGN, hebben zich gecommitteerd aan deze werkwijze door middel van het ondertekenen van het convenant.

Ik heb periodiek overleg met de convenantpartijen. Hierbij is afgesproken dat wij allen de uitvoering van het convenant nauwkeurig monitoren en hierbij ook toezien op dat alle middelen bij de zorgaanbieders terechtkomen. Ik ben niet voornemens om de aanwijzing aan NZa te wijzigen. De huidige werkwijze biedt voldoende waarborgen om goed uitvoering te geven aan het convenant.

Met betrekking tot de contractering van zelfstandige zorgverleners geldt, dat ik door een aanpassing van het besluit zorgaanspraken het contracteren van zelfstandige zorgverleners mogelijk heb gemaakt. Over de nadere uitwerking ben ik in overleg met betrokkenen en wordt momenteel een pilot uitgevoerd. Bij de nadere uitwerking is uiteraard aandacht voor een gelijk speelveld. Daarbij is het echter niet onredelijk dat aan zelfstandige zorgverleners meer beperkte verantwoordingseisen worden gesteld.

Dit is ook de lijn die wordt gevolgd in het wetsvoorstel WCZ (Wet Cliëntenrechten Zorg), waarbij afhankelijk van de grootte en de rechtsvorm van de zorgaanbieders differentiatie wordt aangebracht in de te overleggen verantwoordingsdocumenten.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Naar boven