Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juni 2018
In reactie op het verzoek van uw Kamer tijdens de Regeling van Werkzaamheden op 15 mei 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 80, item 15), informeer ik u als volgt.
Op 2 mei nam ik deel aan de Vijfde Ministeriële Conferentie van de Euro-Afrikaanse
Dialoog over Migratie en Ontwikkeling in Marrakesh, Marokko. Deze dialoog staat ook
bekend als het Rabat-Proces. Aan dit proces nemen 31 staten uit Europa deel en 27
uit Westelijk en Zuidelijk Afrika. De eerste conferentie in deze dialoog vond in 2006
in Rabat plaats, de tweede in 2008 in Parijs, de derde in 2011 in Dakar en de Vierde
in 2014 in Rome. Het naar de plaats van de eerste conferentie genoemde proces vloeit
voort uit het besluit van de Europese Raad in 2005 om tot een alomvattende aanpak
van migratie te komen. Deze is inmiddels de Global Approach to Migration and Mobility
(GAMM) gaan heten. In dit kader vinden ook EU-externe dialogen plaats met Oost-Europa
en Centraal-Azië (het Praag-Proces) de Hoorn van Afrika (het Khartoem-Proces) en met
Westelijk Azië (het Boedapest- Proces).
Tijdens de conferentie in Marrakesh zijn een politieke verklaring en een actieplan
aangenomen. De verklaring bevat algemene passages over samenwerking op het gebied
van migratie, waaronder over het tegengaan van irreguliere migratie, de bestrijding
van mensensmokkel en de terugkeer van personen zonder geldige verblijfsstatus. In
het actieplan worden de door deelnemers als belangrijk aangemerkte maatregelen benoemd,
waaronder actiepunten op het voor Nederland en de EU prioritaire terrein van effectieve
terugkeer en terugname. Deze betreffen specifiek de identificatie van vreemdelingen
die vrijwillig dan wel gedwongen dienen terug te keren, de afgifte van reisdocumenten
voor deze vreemdelingen en het opzetten van programma’s voor terugkeer en herintegratie.
De verklaring houdt vast aan de in Valletta tijdens de EU-AU Migratietop van november
2015 overeengekomen domeinen van samenwerking: het aanpakken van de grondoorzaken
van irreguliere migratie; het aanpakken van irreguliere migratie en mensensmokkel;
het samenwerken op legale migratie; het bieden van bescherming en asiel; en het samenwerken
aan terugkeer. Het Rabat-Proces krijgt met de Verklaring van Marrakesh een rol in
het uitwerken en monitoren van het Joint Valletta Action Plan (JVAP). Onder het JVAP
staat een database ter beschikking aan deelnemende landen van het Rabat- en Khartoem
Proces om hun activiteiten in op te nemen en te delen. Deze database stimuleert deelnemende
staten om hun concrete inspanningen in het kader van de samenwerking zichtbaar te
maken. De verklaring verwijst tot slot naar de migratiebepaling uit de 2030 Agenda
voor Duurzame Ontwikkeling en naar de intergouvernementele migratiedialoog op VN-niveau,
waaronder over de Global Compact on Migration.
Langs deze lijnen drukt de Verklaring van Marrakesh de gedeelde politieke intentie
van alle deelnemers aan de conferentie uit. Zij is niet bindend in juridische zin.
Zoals gebruikelijk in het diplomatieke verkeer wordt een dergelijke politieke verklaring
bij consensus aangenomen en is geen sprake van ondertekening. De gemaakte afspraken
zijn een evenwichtige afspiegeling van de uiteenlopende belangen van alle betrokken
landen en het resultaat van een langdurig proces van intergouvernementele onderhandeling. Hongarije heeft zich als enige EU-lidstaat en op het laatste moment buiten
deze consensus geplaatst.
In de marge van deze conferentie heb ik bilaterale gesprekken kunnen voeren met voor
migratie verantwoordelijke ministers uit onder andere Mali, Marokko, Nigeria en Tunesië.
De conferentie droeg daarmee tevens bij aan de bevordering van de bilaterale migratiebetrekkingen
met voor Nederland prioritaire landen.
Al met al vervult het Rabat-Proces zijn functie als een van de interregionale fora waarin de migratieproblematiek waarvoor Nederland en de EU zich zien geplaatst
bespreekbaar wordt gemaakt. De Verklaring van Marrakesh is een constructieve stap
in dit proces. Ik heb tijdens de conferentie kunnen benadrukken dat terugkeer en het
beheersen van irreguliere migratie belangrijk zijn voor het maatschappelijk draagvlak
in Nederland en dat de deelnemers aan het Rabat-Proces deze doelen alleen door samenwerking
kunnen bereiken. Een actieve Nederlandse opstelling in dit proces is onderdeel van
de bredere inzet van het kabinet om de migratiesamenwerking tot stand te brengen die
nodig is voor de uitvoering van de integrale migratieagenda.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers