30 517
Evaluatie van hoofdstuk 13 van de Telecommunicatiewet

nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2008

Bij brief van 13 november 2007 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 30 517, nr. 5) heb ik u toegezegd de tapstatistieken, als weergegeven in voornoemde brief, over de tweede helft van 2007 te doen toekomen. Met deze brief wil ik daar graag aan voldoen.

De Unit Landelijke Interceptie van het Korps Landelijke Politie Diensten verzorgt de interceptie voor alle politiekorpsen, de Bijzondere Opsporingsdiensten en de Koninklijke Marechaussee en fungeert sinds medio 2007 als enig aanspreekpunt voor interceptie van telecommunicatie ten behoeve van de opsporing.

In de tweede helft van 2007 is op 12 491 telefoonnummers een bevel tot aftappen gegeven door het Openbaar Ministerie. Hiervan betrof het in 84% een tap op een mobiele telefoon en in 16% een tap op een vaste telefoon. In de betreffende periode liepen er dagelijks gemiddeld 1681 taps.

De opvolgende jaarcijfers zullen worden opgenomen in de begrotingscyclus en langs die weg aan U worden kenbaar gemaakt.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven