30 517
Evaluatie van hoofdstuk 13 van de Telecommunicatiewet

nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2010

De vaste commissie voor Justitie van Uw Kamer heeft per brief (uw kenmerk: 30 517–15/2009D58268) gevraagd naar de redenen «waarom de Kamer geen inzicht krijgt in de kwantitatieve tapstatistieken van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Defensie, het antwoord aan op deze vraag.

In de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002) zijn de bevoegdheden van beide diensten vastgelegd. Het is dan ook algemeen bekend welke bevoegdheden het betreft. Gegevens over de daadwerkelijke inzet, waaronder begrepen de wijze van toepassing en frequentie, kunnen echter niet openbaar gemaakt worden. Openbaarmaking van deze gegevens (en in het bijzonder een toelichting daarop) zou(den) zicht bieden op de werkwijze van de MIVD en de AIVD. Deze gegevens kunnen wel worden verstrekt aan de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van Uw Kamer.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven