30 413
Regels betreffende pensioenen (Pensioenwet)

nr. 94
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2007

De Tweede Kamer heeft de motie van de kamerleden De Vries, Depla en Mosterd, Kamerstukken II 2006/07, 30 413, nr. 80 op 26 september 2006 aangenomen. In de motie wordt de regering verzocht om twee jaar na inwerkingtreding van de Pensioenwet het dubbel toezicht te laten evalueren door een onafhankelijke commissie.

De regering staat welwillend tegenover het verzoek om deze evaluatie te laten uitvoeren. De Inspectie Werk en Inkomen houdt op grond van de Pensioenwet al toezicht op de beide toezichthouders, de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank. Het ligt dan ook in de rede om deze evaluatie te laten uitvoeren door de Inspectie Werk en Inkomen.

In overeenstemming met artikel 39, tweede lid, van de Wet SUWI stel ik u in kennis van mijn voornemen om de Inspectie Werk en Inkomen te belasten met de uitvoering van de evaluatie van het dubbel toezicht.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven