30 413
Regels betreffende pensioenen (Pensioenwet)

nr. 140
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2010

Zoals toegezegd bij de beantwoording van de vragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (d.d. 21 januari 2009, 2080910340) stuur ik u hierbij de inventarisatie van de pensioenkoepels, de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen en de Unie van Beroepspensioenfondsen. Deze inventarisatie geeft inzicht in de mate waarin de aanbevelingen in het rapport «De gearriveerde toekomst» inmiddels door individuele pensioenfondsen zijn overgenomen en worden toegepast.

Eind 2007 hebben de pensioenkoepels het rapport «De gearriveerde toekomst» gepubliceerd. Met dit rapport wordt besturen van pensioenfondsen concrete handvatten geboden om invulling te geven aan verantwoord beleggen en transparantie daarover.

In 2009 is door de pensioenkoepels geïnventariseerd hoe de pensioenfondsen met verantwoord beleggen omgaan. Er hebben 90 pensioenfondsen meegedaan aan de inventarisatie. Deze fondsen vertegenwoordigen 82% van alle actieve deelnemers van pensioenfondsen. De respons bij de kleine fondsen was nog beduidend lager dan bij de grotere fondsen. In 2006 is ook onderzoek gedaan naar verantwoord beleggen door pensioenfondsen. Hoewel de exacte vraagstelling en steekproefgrootte in beide onderzoeken van elkaar afweken, gaf het onderzoek over 2006 aan dat 33% van de geënquêteerde fondsen beleid had geformuleerd en in het onderzoek van 2009 bedroeg dit 73%. De pensioenkoepels hebben toegezegd hun onderzoek in 2012 te herhalen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven