30 388 Eergerelateerd geweld

Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 september 2012

Hierbij bied ik u het onderzoeksrapport «Evaluatie Strafrechtelijke Aanpak Eergerelateerd Geweld» aan.*) In 2006 is binnen het toenmalige Ministerie van Justitie een interdepartementaal programma Eergerelateerd Geweld ingericht. Met het programma werd in 2006 expliciet beoogd de problematiek van eergerelateerd geweld (verder: EGG) verder inzichtelijk te maken en intensiveringen in de aanpak tot stand te brengen. Binnen het programma werden vier projecten ingericht: maatschappelijke preventie, bescherming, strafrechtelijke aanpak en (later toegevoegd) bestuur. Het programma is eind 2010 afgesloten.

Tijdens het Algemeen overleg over Eergerelateerd Geweld op 11 februari 20101 heeft de toenmalige Minister van Justitie uw Kamer toegezegd dat het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld (LEC EGG) geëvalueerd zal worden.

Bij de start van het programma EGG in 2006 was een brede evaluatie van de strafrechtelijke aanpak van EGG al beoogd. Daarom heb ik uw in de slotrapportage van het programma EGG van 14 december 20102 gemeld dat de evaluatie van het LEC EGG onderdeel zal uitmaken van een evaluatie van de gehele strafrechtelijke aanpak van EGG. Met bijgaand onderzoeksrapport doe ik de toezegging voornoemd derhalve af.

Het onderzoeksrapport brengt in beeld in hoeverre het project «strafrechtelijke aanpak» uit het programma eergerelateerd geweld uitvoering heeft gekregen, wat de opbrengsten voor de praktijk zijn en wat (nog) wordt gemist.

Reactie op het onderzoeksrapport

Een algemene bevinding is dat de eerste drie jaar van het programma voor wat betreft de strafrechtelijke aanpak vooral zijn benut om voorbereidingen te treffen, draagvlak te vinden bij de betrokken ketenpartners en opleidingen te ontwikkelen. De onderzoekers concluderen dat de daadwerkelijke uitvoering van activiteiten vooral in 2009–2010 heeft plaatsgevonden. Toch beantwoordt de uitvoering grotendeels aan de plannen. Het rapport geeft een goed beeld van alle activiteiten die zijn ontplooid.

Wat betreft de inhoudelijke doelstellingen is de belangrijkste vooruitgang volgens het onderzoek geboekt op de doelstelling Politie is in staat (dreiging van) eergerelateerd geweld te herkennen.

Op de doelstelling Hulpverleners zijn in staat (potentiële) slachtoffers van EGG te helpen oordelen betrokkenen dat de betere herkenning van eergerelateerd geweld het mogelijk maakt slachtoffers van eergerelateerd geweld beter te helpen. De samenwerking tussen de politie en de vrouwenopvang (of het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld in sommige regio’s) is de afgelopen jaren in de meeste regio’s geïntensiveerd.

Verder bevestigt het onderzoeksrapport de belangrijke rol die het Landelijke Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld (LEC EGG) tijdens het programma in de ontwikkeling van de strafrechtelijke aanpak van EGG heeft gespeeld. Het LEC EGG heeft een grote bijdrage geleverd op verschillende hoofdlijnen van deze aanpak en aan de realisatie van de doelstellingen van het porgramma. Hun rol lag- naast zaaksondersteuning – binnen het programma vooral op het gebied van ontwikkelen van een werkwijze voor de politie, opleidingsmateriaal over EGG en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Het LEC EGG heeft de methode LEC EGG, een checklist om vermoedelijke eerzaken nader te analyseren aan de hand van een aantal vastgestelde vragen, ontwikkeld die in het hele land is geïmplementeerd. Dit is ook de basiswerkwijze geworden voor het herkennen van EGG en wordt goed gewaardeerd door politiefunctionarissen. Ook heeft het LEC EGG bijgedragen aan de opzet en de uitvoering van de opleidingsmodules voor de politie, OM en ZM. Op het gebied van registratie is het LEC EGG ook de leidende organisatie geweest.

De huidige rol van het LEC EGG is vooral het bieden van operationele ondersteuning aan korpsen bij de uitvoering van de methode LEC EGG, advisering over de behandeling van complexe zaken en het daaraan verbonden wetenschappelijk onderzoek, zoals vastgelegd in het door het bevoegd gezag goedgekeurde werkplan LEC EGG 2013 – 2014. De korpsen zijn primair verantwoordelijk voor deze zaken en roepen indien gewenst de hulp van het LEC EGG in. Korpsen zijn grotendeels tevreden over het aanbod van het LEC EGG en de snelheid en deskundigheid waarmee adviezen worden gegeven.

Ik spreek mijn waardering uit voor zowel de rol die het LEC EGG heeft gespeeld bij de ontwikkeling van de strafrechtelijke aanpak EGG als voor hun huidige rol. De expertise die het op het gebied van EGG heeft ontwikkeld en gedeeld is onmisbaar binnen de strafrechtelijke keten. Daarom heb ik tijdens het Algemeen Overleg op 3 februari 2011 gezegd dat zowel het LEC EGG als de landeliijke werkwijze geborgd zal worden binnen de Nationale Politie.

In het onderzoeksrapport worden tot slot enkele verbeterpunten genoemd. Deze liggen op het terrein van:

  • verdere deskundigheidsbevordering bij de jeugdzorg, de Raad voor de

    kinderbescherming en bij de politie,

  • de uitwisseling van informatie tussen politie en OM,

  • de bescherming van slachtoffers.

Deskundigheidsbevordering

Gelet op dit verbeterpunt is het rapport bij Jeugdzorg Nederland en de Raad voor de Kinderbescherming (verder de Raad) onder de aandacht gebracht.

Jeugdzorg Nederland heeft naar aanleiding hiervan te kennen gegeven dat zij na zal gaan wat de bekendheid binnen de jeugdzorg met het fenomeen en de aanpak van eergerelateerd geweld is en het rapport via hun extranetsite beschikbaar stellen voor haar medewerkers. Daarnaast zal Jeugdzorg Nederland intern de behoefte aan en de mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering bij de jeugdzorg bespreken.

De Raad voor de Kinderbescherming heeft te kennen gegeven dat zij in 2010, in aansluiting op het departementale Programma Eergelateerd Geweld, een landelijk dekkende consultatielijn van in de problematiek geschoolde aandachtsfunctionarissen heeft ingesteld. Deze groep deskundigen (waaronder raadsonderzoekers, gedragsdeskundigen en een jurist) fungeert als vraagbaak voor alle raadsmedewerkers, heeft een dossier EGG voor het raadseigen intranet verzorgd en heeft in beperkte mate contacten met externe netwerken en deskundigen gelegd. In het bijzonder zijn er in 2011 vanuit de Raad op beleidsniveau contacten gelegd met het LEC EGG van de politie en met de opvangorganisaties Fier Fryslân en De Bocht. Ook op casusniveau is er met deze organisaties regelmatig contact. Momenteel wordt een programma van twee jaar uitgevoerd (tot en met 2013), waarin het kennisfundament EGG op intranet en in de opleidingsmodules wordt versterkt. De focus ligt daarbij op het vergroten van de kennis van de raadsmedewerkers in het primair proces over handelingsmogelijkheden bij EGG, met name gericht op het tijdig inschakelen van (interne of externe) deskundigen. Tevens wordt de samenwerking met lokale ketenpartners versterkt. In het bijzonder gaat het dan om het Steunpunt Huiselijk Geweld en met de lokale contactfunctionarissen van de politie als toegang tot de deskundigheid van het LEC-EGG.

Voor wat betreft de verbeterpunten die op het terrein van de politie en het OM liggen is nadere bespreking van deze punten met de EGG deskundigen bij politie en het OM nodig. Daarom is met het LEC EGG de afspraak gemaakt dat zij eind dit jaar een terugkomdag organiseert voor de operationele EGG contactfunctionarissen in het land, waarin gesproken zal worden over de resultaten van het evaluatieonderzoek. Daarnaast volgt verdere bespreking hierover tussen mijn departement, de politie en het OM.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer


X Noot
1

TK, vergaderjaar 2009–2010, 30 388, nr. 36

X Noot
2

TK, vergaderjaar 2010–2011, 30 388, nr. 40

Naar boven