Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 maart 2023
In de brief van d.d. 22 maart 2023 van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit is verzocht om de Kamer te infomeren over de voortgang van de gebiedsprogramma’s,
de termijn van 1 juli hiervoor en de voortgang van het Landbouwakkoord.
Zoals de Minister voor Natuur en Stikstof in de brieven van 14 december (Kamerstukken
34 682 en 35 334, nr. 109) en 10 februari (Kamerstukken 34 682 en 35 334, nr. 114) heeft aangegeven zijn provincies hard bezig met de ontwikkeling van de gebiedsprogramma’s.
Daarvoor organiseren ze onder andere gebiedsprocessen. Ook leveren ze volgens afspraak
de natuurdoelanalyses op in april. De eerste hiervan worden momenteel op korte termijn
van een toetsingsadvies voorzien door de Ecologische Autoriteit. De Ecologische Autoriteit
streeft ernaar om alle natuurdoelanalyses eind dit jaar van een toetsingsadvies te
hebben voorzien.
Voortgang gebiedsprogramma’s
De voortgang van de gebiedsprogramma’s wordt met elke provincie regelmatig ambtelijk
besproken door de regieorganisatie transitie landelijk gebied. Hierbij wordt onder
meer in samenwerking tussen betrokken overheden geleerd en geoefend, een toelichting
op beleid gegeven en handreikingen gedaan voor de uitwerking van het beleid. In de
gesprekken die de Minister voor Natuur en Stikstof momenteel voert met de provincies
wordt de laatste stand van zaken besproken. Op dit moment heeft de Minister voor Natuur
& Stikstof gesprekken gevoerd met Noord-Holland en Limburg. De komende weken staan
gesprekken met de andere provincies gepland. Op 17 maart is de geactualiseerde handreiking
voor de gebiedsprogramma’s gepubliceerd. Deze is aangepast op basis van ervaringen
van provincies met het werken met de handreiking en het advies van de Ecologische
autoriteit. Daarmee ligt er een stevige basis om eerste conceptversies van de gebiedsprogramma’s
te ontwikkelen.
De aanleverdatum van 1 juli 2023 is een wettelijke termijn die voortkomt uit de Wet
stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn). De provincies zijn daarom gevraagd om
voor 1 juli een eerste versie van het gebiedsprogramma aan te leveren. De programma’s
zullen op onderdelen concreet, maar op andere onderdelen nog globaal zijn. Hierbij
leveren wij maatwerk. Na 1 juli zullen de programma’s nog volop worden doorontwikkeld
(op basis van gesprekken met stakeholders, de uitkomsten van het landbouwakkoord en
het eerste beeld van het Rijk). De vaststelling van het gebiedsprogramma’s door de
provincies is voorzien in het eerste kwartaal van 2024.
Voortgang landbouwakkoord
Het kabinet ziet nog steeds groot belang in het sluiten van een Landbouwakkoord. Hiermee
bepalen we samen met de sector het toekomstperspectief van de duurzame boer. De Minister
van LNV heeft de Kamer in de brief van 21 februari geïnformeerd over de organisatie
en stand van zaken Landbouwakkoord (Kamerstuk 30 252, nr. 81). Sinds het schrijven van deze brief zijn de gesprekken tussen de betrokken partijen
verder gegaan en wordt er hard gewerkt om te komen tot een akkoord. Het is belangrijk
te komen tot voortgang, voldragenheid en gedragenheid.
Afgelopen week heeft er, onder leiding van de nieuwe voorzitter dhr. Kalden, een tweedaagse
plaatsgevonden van de hoofdtafel van het Landbouwakkoord. Er is inhoudelijk gesproken
over onder andere grond, ecosysteemdiensten en de rol van de keten. Ook is het duidelijk
geworden dat Agractie heeft besloten voorlopig uit de gesprekken over het akkoord
te stappen. Andere partijen hebben aangegeven dat zij de gesprekken aan de hoofdtafel
willen vervolgen.
Dit betekent dat de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit er op inzet
om met de andere partijen LTO, NAJK, Landschappen NL, Biohuis, IPO, NFLI en CBL tot
een Landbouwakkoord te komen met concrete resultaten. Ook de sector heeft belang bij
duidelijkheid. De komende weken zijn er weer gespreksdagen gepland om dit resultaat
te bereiken. Mocht dit onverhoopt niet slagen dan komt het kabinet met een plan dat
invulling geeft aan de stappen die gezet moeten worden voor de transitie van de landbouw.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink