30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 78 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2012

Tijdens het Wetgevingsoverleg Sport d.d. 28 november 2011 (Kamerstuk 33 000 XVI, nr. 159) heb ik toegezegd de Tweede Kamer op de hoogte te stellen van de voortgang van zowel het programma Sport en bewegen in de buurt als de Taskforce «Belemmeringen sport en bewegen in de buurt». Aan deze toezeggingen geef ik met deze brief gehoor.

Inleiding

Het programma Sport en Bewegen in de Buurt heb ik opgezet omdat ik een sportieve samenleving wil, waarin iedereen kan kiezen voor een actieve en gezonde leefstijl. Het komt nog te vaak voor dat mensen een (te) hoge drempel ervaren om te gaan sporten en bewegen. Door te investeren in nieuwe sport- en beweegmogelijkheden dicht bij mensen in de buurt, wil ik deze drempels zoveel mogelijk wegnemen. Het uitgangspunt van dit programma is de lokale vraag en lokale samenwerking. Naast samenwerking tussen partijen die al gewend zijn om met elkaar samen te werken, zoals gemeenten en sportverenigingen wil ik hierbij ook samenwerking op gang brengen tussen partijen die relatief nieuw voor elkaar zijn. Zoals sport- en beweegaanbieders en kinderopvang, zorg, welzijn, onderwijs en het bedrijfsleven. Hiervoor is uitdrukkelijk geen blauwdruk ontwikkeld; aansluiten bij de lokale vraag vraagt om lokaal maatwerk.

Op 13 februari 2012 zijn, tijdens de officiële aftrap van het programma Sport en Bewegen in de Buurt, de bestuurlijke afspraken getekend en is daadwerkelijk gestart met de uitvoering van het programma. Het ministerie van VWS werkt hierin samen met de bestuurlijke partners de VNG, NOC*NSF, VNO-NCW/MKB Nederland, ondersteund door Vereniging Sport en gemeenten en het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Het programma Sport en Bewegen in de Buurt bestaat uit de volgende onderdelen: de buurtsportcoaches, de Sportimpuls, kennis over effectieve sport- en beweeginterventies en de Taskforce «Belemmeringen sport en bewegen in de buurt». Om (potentiële) deelnemers van het programma Sport en Bewegen in de Buurt te informeren is de website www.sportindebuurt.nl gelanceerd. Hierop is (achtergrond)informatie over alle onderdelen van het programma te vinden. Om een beeld te geven van deze projecten is een korte film gemaakt waarin een aantal aansprekende lokale voorbeelden wordt uitgelicht.

Zo komt bijvoorbeeld het concept «Familie Fit» van de Tegelse Hockey Club in Venlo, aan bod. Deze sportvereniging biedt lessen aan voor ouders met hun kinderen. Niet alleen om de ouders meer in beweging te brengen maar ook om hun betrokkenheid bij de vereniging te vergroten. In Dordrecht wordt bijvoorbeeld schoolsport georganiseerd op het Cruijff Court Wielwijk. Hierbij functioneert de buurtsportcoach als spin in het web; hij organiseert sportactiviteiten die de doelgroep in de wijk aanspreekt. Hierbij werkt hij samen met jongerenwerk, sportvereniging, basisscholen en middelbare scholen. Deze en andere voorbeelden zijn de vinden op de website www.sportindebuurt.nl.

De brief die nu voorligt geeft een eerste inzicht in de voortgang van de onderdelen van het programma. Een onderzoek naar de daadwerkelijk lokale resultaten van het programma zal medio 2013 starten. Hiervoor wordt een aantal gemeenten uitgenodigd om op vrijwillige basis deel te nemen aan een onderzoek hierover. Eind 2013 zal ik hierover rapporteren.

Buurtsportcoaches

Door de inzet van combinatiefuncties is vanaf 2008 in ruim 300 gemeenten meer sport- en beweegaanbod voor de jeugd ontstaan. Hiermee is meer samenhang gerealiseerd tussen de sectoren sport, onderwijs en cultuur.1 In januari 2012 waren volgens planning in totaal 1 364 fte’s in 307 verschillende gemeenten gerealiseerd.2 De gemeenten die in 2011 zijn gestart, laten echter nog een wisselend beeld zien. Veel gemeenten hebben namelijk het eerste jaar nodig om een plan van aanpak inclusief cofinanciering en werkgeverschap te realiseren. Daarna worden de nieuwe medewerkers aangesteld. De verwachting is dat deze laatste groep gemeenten gedurende 2012 weer op schema ligt.

Vanwege het succes van de Impuls brede scholen, sport en cultuur heb ik het aantal combinatiefuncties uitgebreid met 950 buurtsportcoaches. Zij hebben een bredere focus waardoor ze ook een bijdrage leveren aan bredere opgaven zoals het bevorderen van de gezondheid en de leefbaarheid. Zo kan een buurtsportcoach bijvoorbeeld naschoolse sportieve activiteiten voor kinderen in een bepaalde wijk combineren met voorlichting over een gezonde leefstijl aan de ouders en deze kinderen.

Vanaf 2012 is een extra structureel bedrag van 8 miljoen euro voor gemeenten beschikbaar voor het realiseren van buurtsportcoaches. Op 1 januari 2013 komt structureel nog eens 11 miljoen euro extra beschikbaar, waarmee in totaal 950 extra buurtsportcoaches kunnen worden ingezet. Gemeenten hebben zich hiervoor in 2012 massaal ingeschreven. Het volledige beschikbare budget van 47 miljoen euro in 2012, inclusief de extra 8 miljoen euro, is uitgeput. Er doen momenteel 373 gemeenten van de in totaal 415 gemeenten3 mee aan deze impuls.

In januari 2013 vindt de eerstvolgende meting plaats en kan ik aangeven hoeveel fte’s buurtsportcoaches er in totaal zijn aangesteld. In de voortgangsrapportage 2012–2013 worden concrete resultaten vermeld over de inzet van deze extra buurtsportcoaches.

Kennis over goede en effectieve sport- en beweeginterventies

Afgelopen jaren zijn verschillende goede publieke en private initiatieven op het gebied van sport en bewegen ontstaan. Deze opgedane kennis en ervaring wordt met het Masterplan Effectief Actief door het NISB gebundeld en landelijk verspreid, zodat lokale professionals goed geïnformeerd en geïnspireerd worden. Hiermee wordt een belangrijke basis gelegd voor de Sportimpuls.

Het NISB verzamelt de sport- en beweeginterventies, laat deze door onafhankelijke commissies beoordelen en ondersteunt bij een eventuele doorontwikkeling. Dit doen zij samen met TNO, Nivel, het Mulier Instituut en vele anderen. NISB stemt haar activiteiten af met NOC*NSF, de VSG, het RIVM Centrum Gezond Leven en Gehandicaptensport Nederland.

Sportimpuls

Om te stimuleren dat er lokaal in de eigen buurt meer sport- en beweegaanbod ontstaat voor mensen die (te) weinig sporten en bewegen, heb ik de Sportimpuls ingericht. Hierbij worden initiatieven die elders succesvol zijn gebleken, gebruikt op nieuwe locaties en wordt lokale samenwerking gestimuleerd. Zo kan bijvoorbeeld een samenwerking ontstaan tussen een sportvereniging, gemeente, buurtsportcoach en een welzijnsinstelling.

Halverwege 2012 heeft NOC*NSF de hoofdlijnen van de Sportimpuls opgesteld samen met landelijke sport- en beweegaanbieders zoals de sportfoundations en de fitnessbranche. ZonMw is gevraagd om de uitvoering van de Sportimpuls op zich te nemen. Met de Sportimpuls komt er jaarlijks een budget beschikbaar van ongeveer 10 miljoen euro. Lokale sport- en beweegaanbieders kunnen in aanmerking komen voor een subsidie (minimaal 10 000 euro en maximaal 150 000 euro) voor een periode van twee jaar. Alleen activiteiten die gebaseerd zijn op kansrijke sport- en beweeginterventies kunnen worden aangevraagd.

Met de eerste ronde van de Sportimpuls (periode april – juni 2012) kunnen ongeveer 170 lokale projecten in het hele land uitgevoerd worden. Ik heb gemerkt dat er lokaal veel enthousiasme is om met dit thema aan de slag te gaan. In totaal zijn ruim 900 aanvragen ingediend. Helaas is het niet mogelijk om alle initiatieven te ondersteunen. Dit najaar zijn de gehonoreerde aanvragers aan de slag gegaan met het opstarten van hun activiteiten. De projecten kennen een grote variëteit en zijn verspreid over heel Nederland; van seniorensport in Ureterp tot zwemaanbod gericht op mensen met een lichamelijke- of geestelijke beperking in Nijmegen.

Diverse sporten zijn vertegenwoordigd zoals voetbal, gymnastiek, hockey en judo. Ruim 75% is gericht op jeugd; 35% op volwassenen, 27% op ouderen en bijna 25% op gehandicapten of chronisch zieken.4 Ook constateer ik dat er bredere samenwerkingsverbanden ontstaan tussen de lokale sport- en beweegaanbieders en scholen/buitenschoolse opvang, zorg- en welzijnsinstellingen en het bedrijfsleven. Voor de tweede ronde van de Sportimpuls kunnen vanaf december 2012 tot maart 2013 aanvragen worden ingediend bij ZonMw.

In de Voorjaarsnota 2012 is extra geld voor preventie en palliatieve zorg gereserveerd. Hiervan wordt 26 miljoen euro besteed aan het tegengaan van overgewicht bij kinderen. Van dit budget wordt 2 miljoen euro toegevoegd aan de Sportimpuls, bestemd voor lokale sport- en beweegactiviteiten speciaal ontwikkeld voor kinderen met overgewicht.

Deze extra «Sportimpuls Kinderen sportief op gewicht» loopt mee met de tweede ronde van de Sportimpuls. Dit betekent dat in de loop van 2013 projecten daadwerkelijk van start kunnen gaan.

Taskforce «Belemmeringen sport en bewegen in de buurt»

Het optimaal gebruiken van lokale accommodaties en menskracht bij sport en bewegen kent soms belemmeringen. Om hier een beter beeld van te krijgen brengt een Taskforce, die eind 2011 is ingesteld, deze belemmeringen in kaart.

De Taskforce staat onder leiding van de heer Onno Hoes (burgemeester van Maastricht) en bestaat verder uit de leden Rinette Reynvaan (wethouder Sport, gemeente Dordrecht), Johan Wakkie (voorzitter KNHB) en Simon Steen (voorzitter VBS).Zij worden in hun werkzaamheden ondersteund dooreen onafhankelijk secretariaat dat belegd is bij het NISB.

Dit jaar hebben diverse gesprekken met ongeveer honderd belanghebbenden, zowel binnen als buiten de sportsector, plaatsgevonden om de belangrijkste belemmeringen in kaart te brengen en te komen tot oplossingsrichtingen.

Op basis hiervan heeft de Taskforce een prioritering aangebracht en zijn de oplossingsrichtingen verder uitgewerkt. Hierbij is geconstateerd dat een belangrijk deel van de belemmeringen een subjectief karakter hebben; ze worden ervaren als een belemmering maar feitelijk zijn er vanuit bestaande wetten en regels geen drempels. Dit geeft aan dat er vooral behoefte is aan goede voorbeelden, informatie over wet- en regelgeving en versimpeling van processen en werkafspraken. Begin 2013 levert de Taskforce een beknopte rapportage inclusief concreet actieprogramma op. Deze rapportage stuur ik naar de Tweede Kamer.

Conclusie

De looptijd van het programma Sport en Bewegen in de Buurt is afgestemd op de Sportagenda 2013–2016 van NOC*NSF. Ieder jaar, voorafgaand aan het wetgevingsoverleg Sport, ontvangt u een voortgangsrapportage.

Alhoewel het programma nog relatief kort draait, is voortvarend van start gegaan met alle programmaonderdelen. Zo zijn bij zowel de buurtsportcoaches als de Sportimpuls meer dan voldoende aanvragen binnengekomen en zijn de nieuwe sport- en beweegactiviteiten die vergoed worden uit de Sportimpuls dit najaar van start gegaan. De Taskforce «Belemmeringen sport en bewegen in de buurt» levert begin volgend jaar een rapportage op, inclusief een actieprogramma. Het NISB heeft inmiddels een flinke start gemaakt met het inzichtelijk maken van (erkende) sport- en beweeginterventies. Eind 2013 kunnen meer resultaten per onderdeel beschreven worden op basis van een verdiepingsonderzoek in 2013. Ook is er tegen die tijd meer zicht op de goede voorbeelden die lokaal zullen ontstaan met behulp van (onderdelen) van dit programma.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Heijden A von, Broers, E , Hakkers, S, Hilhorst, J. Impuls lokaal bekeken: verbinders in de tweede tranche. Verdiepingsonderzoek naar effecten én processen van de inzet van combinatiefunctionarissen. Utrecht: W.J.H. Mulier Instituut, 2012.

X Noot
2

Heuvel A van den, Heijkoop C, Jong M de. Samenvatting monitor Impuls brede scholen, sport en cultuur over 2011. BMC, 2012 (zie bijlage; ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer).

X Noot
3

Aantal gemeenten in 2012.

X Noot
4

Een groot deel van de aanvragen richt zich op meerdere doelgroepen binnen hetzelfde project.

Naar boven