Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2012
Tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer op 6 oktober 2011 (Kamerstuk 21501-34, nr. 174) ter voorbereiding van een informele Europese Sportraad heb ik meegedeeld dat ik
het CBS opdracht heb gegeven een zogenaamde sport satellietrekening op te stellen.
Met een sport satellietrekening kan op consistente manier de betekenis van sport voor
de Nederlandse economie worden berekend. Ik heb toegezegd uw Kamer in het najaar van
2012 de rapportage te doen toekomen.
Inmiddels heeft het CBS in samenwerking met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN)
de opdracht voltooid. Op 12 september jl. is het eindrapport uitgebracht tijdens de
Dag van het Sportonderzoek met als titel De bijdrage van sport aan de Nederlandse economie.1)
In het rapport is onder meer te lezen dat er in 2006 in Nederland een bedrag van € 11,4
miljard besteed is in relatie tot sport. Dat is 1,3% van de totale bestedingen in
dat jaar. De bijdrage door sport aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) was 1,0%.
Ongeveer 130 000 mensen hadden in 2006 een baan te danken aan sport. Dat is 1,5% van
de werkzame personen.
De rapportage en de methodische opzet ervan werden tijdens Dag van het Sportonderzoek
door de Engelse hoogleraar Chris Gratton geprezen als de hoogste standaard in de EU,
onder meer wegens directe koppeling met de standaard economische gegevens in de nationale
rekeningen bij het CBS. Tevens is ervoor gezorgd dat de gegevens vergelijkbaar zijn
met andere Europese landen.
Ik ben met het CBS in gesprek om een vergelijkbare calculatie te maken over recentere
jaren, zodat de ontwikkelingen in de tijd kunnen worden gevolgd.
Daarmee krijgen we meer zicht op de toe- of afname van de bijdrage van sport aan het
BBP en de mogelijke invloed van de economische crisis op het sportgerelateerde deel
van de Nederlandse economie.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers
1) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer