30 234 Toekomstig sportbeleid

32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 302 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT EN STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2022

Wij willen dat Nederland in beweging komt en dat sporten en bewegen in 2040 een vanzelfsprekend onderdeel is van het leven van iedere Nederlander. Hiertoe richten wij ons ook op het stimuleren van bewegen in het dagelijks leven. Onze gezamenlijke ambitie is dat 75% van de Nederlanders in 2040 aan de beweegrichtlijnen voldoet1. De lat ligt dus hoog.

In deze brief schetsen wij de eerste contouren van onze aanpak om bewegen in het dagelijks leven te bevorderen. We benadrukken hierbij dat 2022 een opbouwjaar is waarin we een Beweegalliantie oprichten. Deze alliantie waaraan een breed scala van partijen deelneemt, gaat aan de slag met acties en initiatieven om op deze wijze een substantiële bijdrage te leveren aan het in beweging krijgen van meer Nederlanders. VWS voert de regie op de doelen en middelen van de Beweegalliantie, waarbij het uitgangspunt is de inzet daar te doen waar de meeste impact te halen valt. Binnen deze kaders heeft de Beweegalliantie de vrijheid om invulling te geven aan de uitvoering van acties en activiteiten.

Om de middelen die we voor 2022 hebben op een goede manier in te zetten, ondersteunen we dit jaar een aantal initiatieven en acties die ofwel ondersteunend zijn aan de Beweegalliantie of voortbouwen op initiatieven die nu al meer mensen in beweging brengen. Vanaf 2023 zijn wij van plan om prioritering en inzet van middelen in samenspraak met de beweegalliantie te laten plaatsvinden.

Met deze brief komen wij tegemoet aan de toezegging in de preventiebrief van maart jl., waarin we hebben aangegeven binnen het Preventieakkoord een extra impuls aan bewegen te geven. Recent heeft u in het kader van de preventie-aanpak en het bevorderen van een gezonde leefstijl ook de aanpak mentale gezondheid ontvangen2. Na de zomer volgen nog brieven over onder andere de thema’s overgewicht/voeding en alcohol.

Tegelijk met deze brief ontvangt u van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport de brief «(Top)»sportbeleid 2022 en verder» (Kamerstuk 30 234, nr. 304). In deze brief gaat de Minister in op de inzet om de kwaliteit, toegankelijkheid en veiligheid van de sportsector te versterken en op het vergroten van de kansengelijkheid om mee te doen aan sport- en beweegactiviteiten.

Met beide brieven geven we invulling aan de toezegging dat u in het voorjaar de uitwerking van het sport- en beweegbeleid ontvangt3. Ook voldoen wij met deze brief aan uw verzoek om de stand van zaken over plannen en scenario’s «Nederland in Beweging» te ontvangen.

Ambitie en aanpak bij het stimuleren van bewegen in het dagelijks leven

Op dit moment voldoet nog niet de helft van de Nederlanders aan de beweegrichtlijnen. Tegelijkertijd stapelen de studies zich op die de negatieve effecten van te weinig bewegen op de gezondheid aantonen. Gedurende de Corona-jaren is het aandeel mensen dat voldoende beweegt zelfs licht afgenomen4. De Corona-pandemie raakt daarbij ook nog eens extra de mensen met een slechte gezondheid.

Daarom zetten we ons in voor een gezond, fit en veerkrachtig Nederland5. Dat vraagt om een stevig preventiebeleid. Voldoende bewegen in het dagelijks leven in een gezonde leefomgeving is daarbij van groot belang voor zowel de mentale als fysieke gezondheid. Dit geldt voor jong en oud, werkend en niet-werkend, hoge of lage inkomens, met en zonder (fysieke) beperking.

Om Nederlanders in beweging te krijgen, is gedragsverandering nodig. De samenleving moet duurzaam veranderen om bewegen in het dagelijks leven te stimuleren. Dan gaat het om het stimuleren van bewegen in de school-, werk en leef- en zorgomgeving en het bevorderen van actieve mobiliteit en bewegen in de vrije tijd. Dit vraagt om een brede aanpak. Dat kunnen we als Ministerie van VWS niet alleen.

Daarom zijn we op dit moment volop bezig om onder de vlag van het Preventieakkoord (Kamerstuk 32 793, nr. 339) de in de inleiding genoemde «Beweegalliantie» vorm te geven. In deze alliantie gaan we samen met andere departementen en maatschappelijke organisaties aan de slag met het formuleren van gedeelde ambities en doelstellingen en het maken van afspraken over acties en interventies die gaan bijdragen aan de doelstelling dat 75% van de Nederlanders in 2040 aan de beweegrichtlijnen voldoet.

We zetten in op een brede samenstelling van de alliantie: organisaties vanuit de zorg, het maatschappelijk en sociaal domein, onderwijs, sport, bedrijfsleven, kennisinstellingen, gemeenten en andere departementen. De Beweegalliantie komt begin juli voor het eerst bij elkaar en gaat vanaf dan voortvarend aan de slag met de opdracht om Nederland in beweging te brengen. Het Ministerie van VWS voert regie op de alliantie om overzicht te houden – ook in relatie tot andere trajecten – en om middelen daar te kunnen inzetten waar we verwachten dat deze het meeste effect sorteren. Eind 2022 informeren wij u over de inzet op bewegen in 2023.

De alliantie gaat niet alleen op nationaal niveau aan de slag, maar juist ook op lokaal niveau moet veel gebeuren. Lokaal liggen kansen om kennis te delen en te verspreiden, van elkaar te leren over wat werkt en wat niet werkt om zo tot een aanpak te komen om goede voorbeelden en lokale interventies op te schalen naar andere partijen en wijken, steden en regio’s.

Extra aandacht is nodig voor de jeugd: Wie op jonge leeftijd sport en beweegt en daar plezier uit haalt, blijft vaak op latere leeftijd ook actief. Een totaalpakket dat aangrijpt op bewegen tijdens, naar, na en om de school gericht op gezonde leefstijl in den brede, waaronder dus ook voeding, kan ertoe leiden dat gezond gedrag bij de jeugd een normaal onderdeel van het dagelijks leven wordt. Daarom zet dit kabinet in op een verrijkte schooldag met het programma «Tijd voor Talent». Met name voor leerlingen uit achterstandsgebieden biedt het meer kansen op het ontplooien van hun talenten door deel te nemen aan extra activiteiten, waaronder sport en bewegen. Daarmee levert het ook een bijdrage aan de ambitie kansengelijkheid. De inzet voor dit jaar is een bereik van circa 100.000 leerlingen. De verrijkte schooldag kan daarbij een mooi vehikel zijn om de samenwerking en verbinding tussen scholen en sportverenigingen en sport- en beweegpartijen aan te zwengelen en te versterken.

We werken niet alleen samen met het Ministerie van OCW, maar kijken breder waar we in beleid mogelijkheden en kansen voor bewegen zien, om deze samen met andere departementen om te zetten in beleid. Zo verkennen we bijvoorbeeld in hoeverre een beweegvriendelijke leefomgeving een plek kan hebben in de programma’s die vanuit het Ministerie van BZK (VRO) op het gebied van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening worden gestart (o.a. via het programma Mooi Nederland). Ook werken het Ministerie van BZK en VWS samen in het programma «Wonen en zorg voor ouderen» (onderdeel van wozo en de nationale woon- en bouwagenda (nwba) bij de Minister voor VRO). In dit programma werken we o.a. aan verbetering van de leefomgeving voor ouderen door bijvoorbeeld te werken aan een leefomgeving die uitnodigt tot beweging en ontmoeting.

Daarnaast werken we in het kader van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) (Kamerstuk 34 682, nr. 27) samen met het Ministerie van LNV aan een gezonde groene leefomgeving, waarbij het uitgangspunt is ook andere ministeries, zoals IenW, BZK en EZK te betrekken. We zoeken hierbij de samenwerking op de vernieuwingsgebieden en op de thema’s mobiliteit en omgevingskwaliteit.

Met het Ministerie van IenW werken we samen op het gebied van gedragsstimulering zodat de veilige beweegvriendelijke leefomgeving fietsend en/of lopend gebruikt wordt. Dit doen we door onder meer het verbreden van de landelijke communicatieaanpak «Kies de fiets» naar andere doelgroepen, zoals ouderen en de jeugd, en door de verdere uitrol van het programma «Doortrappen» met nieuwe interventies en ondersteuning aan nieuwe gemeenten die zich aan willen sluiten.

Doorkijk komende tijd

Met de Beweegalliantie werken we dit jaar aan de opbouw van een beweging die de komende jaren moet uitgroeien tot een meer integrale aanpak van bewegen in de komende kabinetsperiode en waarmee we een basis leggen waarop in volgende kabinetsperioden kan worden voortgebouwd.

Bewegen begint vandaag

Dit jaar gebruiken we om de Beweegalliantie goed op te bouwen en neer te zetten. Voor deze opbouw benutten we een beperkt deel van de middelen die voor 2022 in het kader van preventie door het kabinet aanvullend zijn vrijgemaakt6. Om de rest van de middelen van 2022 voor bewegen op een doelmatige en zinvolle manier te besteden, investeren we in een aantal activiteiten en acties die ondersteunend zijn aan de Beweegalliantie of die voortbouwen op eerdere activiteiten om ook dit jaar al mensen in beweging te krijgen. Vanaf 2023 zijn we van plan om prioritering van acties en initiatieven in samenspraak met de Beweegalliantie plaats te laten vinden.

De middelen voor 2022 zetten we in langs de volgende lijnen:

  • Communicatie via leefstijlcampagne

    We zetten de leefstijlcampagne «Fit op jouw manier» voort waarmee we algemene voorlichting aan Nederlanders geven over het belang van een gezonde leefstijl en laten zien welke verschillende stappen mensen zelf kunnen zetten naar een gezondere leefstijl.

  • Programma’s/interventies om bewegen te stimuleren o.a.:

    Special heroes: impuls aan het stimuleren van een gezonde leefstijl bij mensen met een beperking door meer bewegen, gezonder leven en participeren;

    Nationale Diabetes Challenge: impuls aan begeleiding van mensen met een niet-Westerse achtergrond naar een gezonde leefstijl;

    Gezonde schoolpleinen: impuls om gemeenten en scholen te stimuleren om schoolpleinen om te vormen tot schoolpleinen die uitnodigen tot spelen, leren en bewegen.

  • Kennis, onderzoek en monitoring (incl leefomgeving):

    We zetten onder meer in op het bundelen en uitbreiden van kennis en informatie over interventies en instrumenten ten aanzien van de leefomgeving, zoals via het innovatieprogramma «active living». Doel is het ontwerpen, uitvoeren, testen en monitoren van interventies in gedrag en leefomgeving op het niveau van de wijk, de stad en de regio.

    Daarnaast zetten we in op een lerende omgeving (platform) over wat wel en niet werkt voor een beweegvriendelijke omgeving.

Aanvullend op de impuls voor bewegen binnen het Preventieakkoord, zijn wij voornemens om bewegen een plek te geven in het kader van de in het Coalitieakkoord opgenomen aanpak van de volksziekten (kanker, obesitas en dementie). Momenteel zijn wij bezig met de uitwerking van de extra financiële middelen ten behoeve van deze aanpak. Rond Prinsjesdag informeren wij uw Kamer over de beoogde invulling.

Integrale aanpak bewegen

De komende jaren werken we samen met de partners in de beweegalliantie om initiatieven en acties in uitvoering te brengen om onze ambitie dichterbij te brengen. Daarbij vinden we het belangrijk dat onze aanpak verschil maakt dicht bij mensen in hun leefomgeving. Daarom sturen we erop aan dat nationale initiatieven ook lokaal neerslaan.

Daarnaast gaan we aan de slag met het aansluiten van de ontwikkelingen rond bewegen en preventie op het vervolg van het Sportakkoord. Wij verkennen de mogelijkheden om één lokale regeling voor gemeenten op te zetten, waarin een aantal programma’s op het gebied van sport- en beweegstimulering, gezondheidsbevordering en het bevorderen van cultuurparticipatie gebundeld wordt. Wij informeren uw kamer hierover later in dit jaar.

Duurzaam bewegen

Gedragsverandering is een kwestie van de lange adem en we weten nog niet altijd welke factoren beweeggedrag in het leven bevorderen of juist in de weg staan, en hoe we daar met beleid verandering in kunnen brengen. Er is dus vernieuwing nodig om te weten hoe we voor iedere Nederlander bewegen vanzelfsprekend kunnen laten zijn en dus bewegen duurzaam in de samenleving kunnen verankeren.

Over hoe deze vernieuwing eruit moet zien, gaan we met de partijen in de alliantie in gesprek.

Tot slot

We gaan ervanuit u in deze brief, samen met de brief over het (Top)sportbeleid van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, duidelijk te hebben gemaakt hoe we gezamenlijk invulling willen geven aan onze ambitie dat sporten en bewegen in 2040 een vanzelfsprekend onderdeel is van het leven van iedere Nederlander. We starten daar vandaag mee!

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

De Nederlandse beweegrichtlijnen omvatten twee componenten en verschillen tussen jongeren (4–18 jaar) en volwassenen (en ouderen).

Voor volwassenen gaat het om 2,5 uur per week matig intensief bewegen en twee keer per week bot- en spierversterkende activiteiten. Voor de jongeren gaat het om respectievelijk 1 uur per dag matig intensief bewegen en drie keer per week bot- en spierversterkende activiteiten.

X Noot
2

2022Z11826

X Noot
3

Kamerstuk 35 925 XVI, nr. 170

X Noot
4

CBS, persbericht, 16 mei 2022 (op basis van Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor 2021).

X Noot
5

Kamerstuk 32 793, nr. 584

X Noot
6

Budgettaire bijlage coalitieakkoord 2021–2025 (pagina 6) (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77). Het gaat hier om de invulling in 2022 van de middelen voor bewegen vanuit het Preventieakkoord (10 miljoen euro).

Naar boven