30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 200 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 8 november 2018

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Medische Zorg over de brief van 1 oktober 2018 over de wijziging van het beleidskader subsidiëring sportevenementen (Kamerstuk 30 234, nr. 198).

De vragen en opmerkingen zijn op 19 oktober 2018 aan de Minister voor Medische Zorg voorgelegd. Bij brief van 7 november 2018 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Lodders

De adjunct-griffier van de commissie, Clemens

Inhoudsopgave

blz.

     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II.

Reactie van de Minister

5

I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de fractie van de VVD hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van het beleidskader subsidiëring sportevenementen en danken de Minister voor de toezending. Deze leden hebben een aantal vragen en opmerkingen.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie lezen dat er een grote diversiteit aan (inter)nationale sportevenementen is die dankzij dit beleidskader in aanmerking komen voor subsidie. Genoemde leden juichen dit toe, want zij vinden dat men Nederlandse sporthelden goud moet kunnen zien winnen in eigen land. Helden zijn om van dichtbij mee te maken, aan te raken en om voor te juichen. Deze sporthelden zijn van groot belang om toekomstige generaties te inspireren het beste uit zichzelf te halen. Vanwege het belang van grote sportevenementen zouden deze leden zich voor kunnen stellen dat het Ministerie van VWS ook een rol heeft bij het binnenhalen van een groot sportevenement. Zou de Minister kunnen uitleggen welke rol er voor hemzelf of zijn ambtenaren is tijdens bijvoorbeeld de bidbookprocedure, die van steeds groter belang is bij het binnenhalen van een topsportevenement? Kan de Minister dit traject van start tot eind beschrijven?

Type evenementen

De leden van de VVD-fractie zien dat er ook mogelijkheden zijn om subsidie te krijgen voor aanloopevenementen. Dit zijn evenementen die eerst georganiseerd moeten worden, voordat Nederland in aanmerking komt voor het echte Europees Kampioenschap (EK) of Wereldkampioenschap (WK) van een bepaalde tak van sport. Deze leden lezen dat bijvoorbeeld een Europees Jeugd Kampioenschap (EJK) als aanloopevenement wordt getypeerd, terwijl in een flink aantal takken van sport ook juist het organiseren van een attractieve World Cup gewaardeerd wordt door internationale sportorganisaties. Kan de organisatie van een World Cup als aanloopevenement onder bepaalde omstandigheden ook onder dit kader subsidiëring sportevenementen komen te vallen?

In aanloop naar het grootste sportevenement ter wereld, de Olympische Spelen, vindt een aantal bijzonder belangrijke kwalificatiemomenten plaats. Tijdens deze kwalificatiemomenten kunnen Nederlandse sporters een ticket voor de Olympische Spelen veilig stellen. De leden van de VVD-fractie snappen heel goed dat prestaties voor een afgeladen en uitzinnig eigen publiek vaak nét iets beter zijn dan in een lege hal in het buitenland. En met een kwalificatietoernooi in eigen land worden de kansen op een Olympisch ticket dus groter. Genoemde leden vinden daarom dat er in dit beleidskader subsidiëring sportevenementen ook aandacht mag komen voor het organiseren van Olympische kwalificatietoernooien (OKT’s). Aangezien deze OKT’s reeds in 2019 plaats zullen vinden, is een (al dan niet tijdelijke) verruiming voor deze leden heel wenselijk. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister daarom om mogelijkheden te creëren in dit beleidskader subsidiëring sportevenementen om deze OKT’s naar Nederland te kunnen halen.

Als laatste willen de leden van de VVD-fractie weten of er mogelijkheden zijn om de subsidiëring van side events effectiever in te zetten. Is het mogelijk om daar een bewezen effectieve en uniforme aanpak aan sportbonden aan te bieden of is het mogelijk om initiatieven zoals bijvoorbeeld de Olympic Experience sterker te ondersteunen, zodat meer kinderen in aanraking komen met verschillende takken van sport en dat er ook meer kans is dat kinderen plezier halen uit sportbeleving en vaker sport gaan beoefenen?

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van het subsidiekader sportevenementen. Zij delen de opvatting van de Minister dat sportevenementen in eigen land een sterke inspirerende en verbindende waarde in de Nederlandse samenleving hebben.

In dat kader vragen de leden van de CDA-fractie specifiek aandacht voor sportevenementen met sporters met een verstandelijke beperking, de Special Olympics. Deze leden willen graag weten of de Special Olympics World Games ook in de categorie aansprekende internationale sportevenementen buitencategorie vallen. Ook willen deze leden graag weten waarom er niet een categorie aansprekende nationale multisportevenementen is.

De Minister benoemt een zestal themagebieden voor side events. De leden van de CDA-fractie missen hier een belangrijke categorie die ook een prominente plek in het Nationaal Sportakkoord heeft gekregen. Dan gaat het om het inclusief sporten. Genoemde leden vragen de Minister of inclusief sporten ook een apart themagebied voor de side events kan worden. Mocht de Minister dit niet van plan zijn, dan zouden zij graag de reden hiervan willen weten.

Ook willen deze leden van de Minister weten in welk themagebied van jongs af aan vaardig bewegen een plek krijgt.

Twee jaar geleden is met algemene stemmen in de Tweede Kamer de motie Bruins Slot c.s. aangenomen om de Invictus Games in 2020 in Nederland te organiseren.1 De Invictus Games zijn een internationaal multisportevenement voor militairen die fysiek of psychisch gewond zijn geraakt tijdens de uitoefening van hun werk. Onlangs is bekend geworden dat Nederland de Invictus Games in 2020 mag gaan organiseren. De leden van de CDA-fractie vinden dit geweldig, omdat dit een aansprekend multisportevenement is dat de veerkracht van militairen en hun familie laat zien en hiermee heel Nederland op de kaart kan zetten. De organisatie in 2020 heeft ook een belangrijke symbolische betekenis, omdat het 75 jaar geleden is dat militairen afkomstig uit verschillende delen van de wereld vochten voor de bevrijding van Nederland. Deze leden willen graag weten of een bijzonder sportevenement zoals de Invictus Games ook in aanmerking kan komen voor subsidie op grond van deze beleidsregels.

Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het conceptbesluit houdende wijziging van het beleidskader subsidiëring sportevenementen. Deze leden willen de Minister de volgende vragen voorleggen.

Sportevenementen zijn voor veel mensen enthousiasmerend. Naast topsport is ook breedtesport heel erg belangrijk. Genoemde leden willen de Minister vragen wat de verhouding is tussen de uitgaven aan topsport en breedtesport en wat hij hiervan vindt. Vindt de Minister dat met deze verhouding ook breedtesport voldoende tot zijn recht komt, zo vragen deze leden.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen naar de ambitie van het kabinet wat betreft de organisatie van de topsportevenementen ten aanzien van mensen met een fysieke beperking. In hoeverre biedt dit beleidskader ruimte om dergelijke evenementen te organiseren? Als sport bedoeld is voor de gehele bevolking, dient er ook een representatie te zijn van allerlei topsporters, waaronder een gelijke verhouding in mannen en vrouwen en LHBTI inclusief. Deze leden vragen de Minister of hij extra aandacht hieraan kan besteden.

Ten slotte willen de leden van de GroenLinks-fractie benadrukken dat het organiseren van (top)sportevenementen sociale cohesie kan stimuleren. Het plezier dat sportevenementen biedt aan burgers kan vriendschappen vormen, maar ook groepen bereiken die lastig te bereiken zijn. Het Inspire programma te Londen 2012 is hier een goed voorbeeld van. Deze leden vragen daarom de Minister of hij bij het gehele organisatieproces burgers en lokale organisaties kan betrekken.

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Wijziging van het beleidskader subsidiëring sportevenementen. Deze leden constateren dat het ministerie de sportsector en haar partners wil stimuleren en ondersteunen bij het naar Nederland halen van internationale sportevenementen.

Genoemde leden vinden het nog enigszins onduidelijk hoe de (sociaal) maatschappelijke en economische impact van de (internationale) sportevenementen wordt onderzocht en betrokken bij het beleid om hier verdere lessen uit te trekken. Kan de Minister dat toelichten?

De leden van de SP-fractie vragen hoe de Minister gaat waarborgen dat er doelen dan wel streefwaarden worden opgenomen, zodat het beleid later goed geëvalueerd kan worden. Deze leden vragen om een reactie op dit punt.

Voorts hebben de leden van de SP-fractie nog een aantal aanvullende vragen inzake de wijziging van het beleidskader. Hoe wil de Minister voorkomen dat bij maatschappelijke investeringen enkel het bedrijfsleven winst gaat maken bij (internationale) sportevenementen?

Genoemde leden vragen de Minister of hij zich kan herinneren dat voormalig Minister Klink in 2010 aankondigde samen met België een bid te doen voor het WK voetbal in 2018 of 2022.

Hoewel het bid uiteindelijk niet doorging, had Nederland toentertijd in het bidbook toegezegd dat in een straal van twee kilometer rondom elk aan het WK gerelateerd evenement alleen handel mocht plaatsvinden die de FIFA had goedgekeurd. Dat gold niet alleen voor wedstrijden, maar ook voor trainingen, de loting, persconferenties, en zelfs voor culturele en sociale activiteiten. Hoe gaan dergelijke toestanden en een grote mate aan invloed van organisaties zoals bijvoorbeeld de FIFA voorkomen worden in de wijziging van het beleidskader voor de subsidiering van sportevenementen?

Tevens zijn de leden van de SP-fractie benieuwd hoe omgegaan wordt met het openbaar maken van bidverzoeken en hoe omgegaan wordt met de bijdrage van sponsors bij (internationale) sportevenementen en de openheid daarvan. Verder vragen deze leden hoe de Minister omgaat met internationale sportorganisaties die een verzoek doen tot belastingvrijstelling bij een internationaal sportevenement. Gaat de Minister dit verhinderen bij dergelijke mogelijke verzoeken of niet?

II. REACTIE VAN DE MINISTER

Algemeen

Het beleidskader sportevenementen is er primair op gericht om meer grote internationaal aansprekende sportevenementen in Nederland te organiseren. Deze evenementen kunnen, naast bestaande nationale evenementen extra sportief, economisch en maatschappelijk spin-off voor Nederland realiseren. Het is niet eenvoudig om dergelijke grootschalige evenementen naar Nederland te halen. De concurrentie met andere landen is groot. In dat speelveld is betrokkenheid van de rijksoverheid dikwijls benodigd om dergelijk evenementen naar Nederland te kunnen halen. Om sportbonden en hun partners te ondersteunen kunnen zij, via dit beleidskader, een rijksbijdrage aanvragen om niet-jaarlijkse aansprekende internationale sportevenementen in Nederland te organiseren. Dit kunnen zowel top-, breedte- als multi-sportevenementen zijn voor zowel valide sporters als voor sporters met een beperking. Nationale sportevenementen en jaarlijks terugkerende evenementen komen binnen het beleidskader niet voor financiering in aanmerking omdat deze evenementen minder extra spin-off realiseren.

VVD-fractie

Vraag 1.

Welke rol is er voor de Minister of zijn ambtenaren tijdens de bidbookprocedure bij het binnenhalen van een topsportevenement? Kan de Minister dit traject van start tot einde beschrijven?

Antwoord:

Het initiatief om internationale sportevenementen naar Nederland te halen ligt bij de sportsector en haar partners. Zij verkennen de mogelijkheden, maken een gedegen businessplan en zorgen ervoor dat de juiste procedure worden doorlopen. Meestal worden grote sportevenementen door internationale sportfederatie in concurrentie toegewezen. De specifieke procedure, eisen en voorwaarden verschillen per federatie. Het Ministerie van VWS kan tijdens het bidproces verschillende bijdragen leveren. In de meeste bidbooks wordt een ondersteuningsbrief van de Minister opgenomen. Bij sommige bids vraagt de Internationale federatie om vooraf bepaalde garanties af te geven, bijvoorbeeld omtrent visa, fiscale maatregelen en veiligheid. Hiervoor zijn modelgaranties beschikbaar en hierover is al in een vroeg stadium contact met de betrokken departementen. Soms is een vertegenwoordiger van het Ministerie van VWS aanwezig bij de presentatie van het bid om de betrokkenheid van de rijksoverheid toe te lichten. Het Ministerie van VWS kan vooraf geen financiële bijdrage toezeggen omdat dit niet past binnen de algemene regels voor subsidieverlening.

Ik wil bij het uitwerken van de 6e ambitie van het nationaal Sportakkoord met partijen bekijken of deze rol van de rijksoverheid voldoende is of dat er in de toekomst meer nodig is. Ik neem daarbij ook de adviezen van de Nederlandse Sportraad mee over het beleidskader en de strategische agenda. Ik verwacht die begin 2019.

Vraag 2.

Kan de organisatie van een World Cup als aanloopevenement onder bepaalde omstandigheden ook onder dit beleidskader sportevenementen komen te vallen?

Antwoord:

In het Beleidskader komen alleen de eindronden van een Wereld- of Europees Kampioenschap in aanmerking voor een subsidie als aanloopevenement. Ik heb geen signalen ontvangen dat dit tot problemen heeft geleid. De organisatie van World Cups kan, onder de geldende voorwaarden, een aanvraag doen als internationaal aansprekend evenement.

Vraag 3.

Kan de Minister mogelijkheden creëren in dit beleidskader sportevenementen om Olympische Kwalificaties Toernooien (OKT»)s naar Nederland te kunnen halen?

Antwoord:

Nederlandse topsporters verdienen alle mogelijkheden om zich te kunnen kwalificeren voor de Olympische of Paralympische Spelen. Ik heb daarom een deel van de extra 10 miljoen euro voor topsport ingezet om meer sporters vaker deel te laten nemen aan (kwalificatie)wedstrijden in het buitenland. Er zijn verschillende mogelijkheden om daarnaast ook «thuisvoordeel» te creëren. De organisatie in Nederland van Wereld en Europese Kampioenschappen, waar kwalificatie voor de Olympische of Paralympische Spelen kan worden afgedwongen, kan binnen dit beleidskader worden gesubsidieerd. Ik vind het een goed idee om ook andere kwalificatieroutes te ondersteunen en kan ik mij dan ook vinden in het idee om de organisatie van internationale Olympische Kwalificatie Toernooien (OKT’s) in Nederland, onder de geldende voorwaarden, in aanmerking te laten komen voor een Rijksbijdrage. Hiervoor ga ik de categorie «overige topsport-evenementen» uitbreiden. Het gaat dan uitsluitend om evenementen waarbij directe kwalificatie voor de Olympische of Paralympische spelen kan worden verdiend. Dit moet wel gebeuren binnen de huidige beschikbare financiële middelen.

Vraag 4.

Is het mogelijk om de subsidiering van side events effectiever in te zetten, bijvoorbeeld door een bewezen effectieve en uniforme aanpak aan sportbonden aan te bieden of door initiatieven zoals de Olympic Experience sterker te ondersteunen, zodat meer kinderen in aanraking komen met verschillende takken van sport en dat er ook meer kans is dat kinderen plezier halen uit sportbeleving en vaker sport gaan beoefenen?

Antwoord:

In het netwerk «Kracht van Sportevenementen» (KvS) werken sportbonden, gemeenten en provincies en VWS samen om de effectiviteit van side events te vergroten. Bij het uitwerken van de 6e ambitie van het nationaal Sportakkoord wil ik met hen bespreken welke vervolgstappen er kunnen worden genomen en daarover concrete afspraken maken. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gekeken naar de wenselijkheid van een uniforme aanpak en het bereiken van verschillende doelgroepen, waaronder schoolkinderen en ouderen.

CDA-fractie

Vraag 5.

Vallen de Special Olympics World Games in de categorie aansprekende internationale sportevenementen buitencategorie?

Antwoord:

Binnen het herziene beleidskader is het mogelijk om de Special Olympics World Games aan te merken als «buitencategorie». Hierover wordt vooraf een strategisch advies gevraagd aan de Nederlandse Sportraad.

Vraag 6.

Waarom is er geen categorie aansprekende nationale multisportevenementen?

Antwoord:

Het doel van het Beleidskader is het ondersteunen van sportbonden en hun partners bij het naar Nederland halen van grote internationale sportevenementen. Hiermee zetten we Nederland als sportland op de internationale kaart en kan het Nederlands publiek genieten van internationale topsportprestaties. De organisatie van aansprekende nationale multisportevenementen valt, net als dat van de nationale kampioenschappen, daar buiten. De organisatie van nationale kampioenschappen is één van de kerntaken van de nationale sportbonden. Het is aan henzelf om te bezien of zij de krachten willen bundelen bij het organiseren van hun Nederlandse kampioenschappen.

Vraag 7.

Kan inclusief sporten een apart themagebied voor de side events worden?

Antwoord:

De genoemde themagebieden zijn voorbeelden. Het is aan de organisatoren om te bekijken op welke thema’s lokaal/regionaal energie zit. Ik ben geen voorstander om inclusief sport als apart themagebied te benoemen. Dat zou het idee geven dat het een keuze is om aandacht te besteden aan inclusief sporten terwijl het, wat mij betreft, waar mogelijk een integraal onderdeel van ieder sportevenement moet zijn. Bij een aantal verplichtingen voor de subsidieontvanger is dit dan ook expliciet benoemd.

Inclusief sporten en bewegen is een integraal onderdeel van het nationaal Sportakkoord. Bij het uitwerken van de 6e ambitie neem ik het inclusief sporten en bewegen mee als aandachtspunt en wil ik nagaan of het mogelijk is om hierover nadere afspraken te maken.

Vraag 8.

In welke themagebied krijgt van jongs af aan vaardig bewegen een plek?

Antwoord:

Dit thema past onder het themagebied «Gezondheid en Vitaliteit».

Vraag 9.

Kan een bijzonder sportevenement zoals de Invictus Games ook in aanmerking komen voor subsidie op grond van dit beleidskader?

Antwoord:

In principe kunnen alle internationale sportevenementen die voldoen aan de genoemde criteria in aanmerking komen voor subsidie als aansprekend internationaal sportevenement. Dat geldt ook voor bijzondere sportevenementen zoals de Invictus Games. De impact van dit soort evenementen gaat verder dan het sportbeleid. Mogelijk zijn er dan ook andere financieringsbronnen binnen de overheid. In dergelijke gevallen zal ik de Nederlandse Sportraad om strategisch advies vragen.

GroenLinks-fractie

Vraag 10.

Wat is de verhouding tussen de uitgaven aan topsport en breedtesport en vindt de Minister dat met deze verhouding ook breedtesport voldoende tot zijn recht komt?

Antwoord:

Er is geen totaaloverzicht van de uitgaven aan internationale top- en breedtesportevenementen. Veel sportevenementen hebben geen subsidie nodig van het Rijk en worden privaat of met steun vanuit gemeenten dan wel provincies gefinancierd. Daarnaast zijn er veel evenementen die zowel bedoeld zijn voor topsport als breedtesport dus kunnen de uitgaven moeilijk worden gescheiden.

Het beleidskader staat open voor zowel breedte- als topsportevenementen. Uit de evaluatie van het beleidskader (Mulier, 2018) is op te maken dat er weinig subsidie wordt aangevraagd voor evenementen die uitsluitend voor de breedtesport zijn bedoeld. Ik heb de Nederlands Sportraad daarom gevraagd om bij het opstellen van hun procedure en criteria om te bepalen of een evenement internationaal sprekend is, rekening te houden met het specifieke karakter van breedtesportevenementen.

Vraag 11.

In hoeverre biedt dit beleidskader ruimte om topsportevenementen voor mensen met een fysieke beperking te organiseren?

Antwoord:

In dit beleidskader wordt geen onderscheid gemaakt tussen mensen met of zonder beperking. Als aan de gestelde voorwaarden wordt voldoen, kunnen sportevenementen voor mensen met een fysieke beperking in aanmerking komen voor een subsidie.

Vraag 12.

Kan de Minister extra aandacht besteden aan een gelijke verhouding in mannen en vrouwen en LHBTI inclusief?

Antwoord:

In dit beleidskader wordt geen onderscheid gemaakt in evenementen voor mannen, vrouwen of de LHBTI doelgroep. Als een evenement aan de voorwaarden voldoet, kan het in aanmerking komen voor een subsidie.

Vraag 13.

Kan de Minister bij het gehele organisatieproces burgers en lokale organisaties betrekken?

Antwoord:

(Top)sportevenementen kunnen een bijdrage leveren aan de sociale cohesie en bieden mogelijkheden om een verbindingen te leggen met lokale organisaties en burgers. In die wetenschap is het organiseren van side events die dit bewerkstelligen een voorwaarde om voor subsidie in aanmerking te komen.

De wijze waarop het één en ander wordt georganiseerd is de verantwoordelijkheid van de betrokken sportbond, evenementenorganisator(en), gemeente(n) en/of provincies. Zij zijn het beste in staat om burgers en lokale organisaties bij deze evenementen te betrekken en doen dat nu ook.

SP-fractie

Vraag 14.

Hoe worden de (sociaal) maatschappelijke en economische impact van de (internationale) sportevenementen onderzocht en betrokken bij het beleid om hier verdere lessen uit te trekken?

Antwoord:

Het beleidskader sportevenementen schrijft voor dat de subsidieontvanger de maatschappelijke impact van een sportevenement, inclusief het programma van side events, monitort en evalueert zodat inzichtelijk wordt in hoeverre de vooraf geformuleerde doelstellingen bereikt zijn. Daarbij kan men gebruikmaken van de kennis en richtlijnen van de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP).

Binnen het netwerk «Kracht van sportevenementen» vindt daarover bovendien kennisuitwisseling plaats. Met de partijen in dit netwerk wil ik kijken hoe we vervolgstappen kunnen zetten om de doelmatigheid van de inzet van publieke middelen bij sportevenementen verder kunnen vergroten. De afspraken daarover kunnen we vastleggen bij de uitwerking van de 6e ambitie van het Sportakkoord. Daarbij zal ik ook het advies «Open kaart bij impact» van de Nederlandse Sportraad betrekken. Ik heb dit advies recentelijk naar uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 30 234, nr. 197).

Vraag 15.

Hoe gaat de Minister waarborgen dat er doelen dan wel streefwaarden worden opgenomen, zodat het beleid later goed geëvalueerd kan worden?

Antwoord:

Via de evaluatie en monitoring die verricht worden door iedere organisator kan worden gevolgd in hoeverre de beoogde doelstellingen gerealiseerd zijn. Daarnaast wil ik

bij de uitwerking van de 6e ambitie van het Sportakkoord hierover met de betrokken partijen nadere afspraken maken. Het formuleren en monitoren van gezamenlijke doelen is een belangrijk onderdeel van het gehele Sportakkoord. Ik zal uw Kamer hierover separaat infomeren voor het WGO sport van 19 november aanstaande.

Vraag 16.

Hoe wil de Minister voorkomen dat bij maatschappelijke investeringen enkel het bedrijfsleven winst gaat maken bij (internationale) sportevenementen?

Antwoord:

De subsidie vanuit de rijksoverheid is sluitpost van de begroting van een evenement en mag niet meer bedragen dan 25% van de uiteindelijk gerealiseerde begroting van het hoofdevenement en 50% van de uiteindelijke gerealiseerde begroting van de side events. Een eventueel overschot bij de organisatie van het evenement wordt bij de vaststelling in mindering gebracht op de verleende subsidie.

Vraag 17.

Hoe wordt de grote invloed van organisaties zoals bijvoorbeeld de FIFA bij de organisatie van een evenement voorkomen, in de wijziging van het beleidskader voor de subsidiering van sportevenementen?

Antwoord:

Dit staat los van dit beleidskader. Indien een internationale federatie specifieke eisen stelt bij de organisatie van een evenement waarbij een beroep wordt gedaan op de rijksoverheid, zal het desbetreffende departement daarover, binnen de bestaande wet- en regelgeving, een besluit nemen.

Vraag 18.

Hoe wordt er omgegaan met het openbaar maken van bidverzoeken en hoe wordt er omgegaan wordt met de bijdrage van sponsors bij (internationale) sportevenementen en de openheid daarvan?

Antwoord:

Het openbaar maken van de bij de internationale federatie ingediende biddocumenten is de verantwoordelijkheid van de betrokken sportbond dan wel internationale federaties. Daar ga ik niet over. Ik vind wel dat de toekenning van Rijksbijdragen transparant moet zijn. Dat heb ik in dit beleidskader vastgelegd.

Vraag 19.

Hoe gaat de Minister om met internationale sportorganisaties die een verzoek doen tot belastingvrijstelling bij een internationaal sportevenement. Gaat de Minister dit verhinderen bij dergelijke mogelijke verzoeken of niet?

Antwoord:

Internationale sportorganisaties die informatie wensen over de belastingheffing in Nederland bij een internationaal sportevenementen kunnen daarvoor terecht bij een specifiek aanspreekpunt binnen de Belastingdienst: de Landelijke Doelgroep Sport.

Over welke activiteiten de Nederlandse Belastingdienst belasting heft, is vastgelegd in de in Nederland geldende nationale en internationale (fiscale) wet- en regelgeving. Of bij een evenement belasting moet worden betaald over bepaalde activiteiten en zo ja, hoeveel, is afhankelijk van de precieze feiten en omstandigheden. Deze worden door de Belastingdienst beoordeeld en vastgesteld.


X Noot
1

Kamerstuk 30 139, nr. 179

Naar boven