Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2018
Met deze brief informeer ik u over het rapport «Sport in transitieregio’s»1.
Transitieregio’s zijn gebieden met relatief sterke demografische ontwikkelingen (krimp-
anticipeer-, of groeiregio’s). De uitdagingen in deze gebieden zijn groter dan in
andere regio’s, en dat geldt dan ook voor sportverenigingen. Ik vind het belangrijk
dat iedereen moet kunnen sporten in een vereniging als hij of zij dat wil, ook in
deze regio’s.
Het onderzoeksrapport is het eindrapport van een reeks van drie metingen naar de ontwikkeling
van verenigingen in transitieregio’s. Het Mulier Instituut heeft dit onderzoek uitgevoerd
in samenwerking met NOC*NSF en Kenniscentrum Sport.
In krimpregio’s is langere tijd sprake van bevolkings- en huishoudendaling, bovenmatige
vergrijzing, ontgroening en daling van de beroepsbevolking. In anticipeerregio’s spelen
veel problemen die ook in krimpregio’s spelen, maar is nog geen daling van het aantal
huishoudens voorzien. Als gevolg daarvan is in krimp- en anticipeerregio’s de sportparticipatie
tussen 2012 en 2016 en het bondslidmaatschap tussen 2014 en 2016 gedaald. Verenigingen
in bijna alle onderzochte transitieregio’s scoren lager op het gebied van organisatiekracht
dan het landelijk gemiddelde. Dit betekent dat het ledenaantal, het kader, de accommodatie,
de financiën en het beleid van verenigingen in zowel krimp- als groeiregio’s vaker
tot zorgen leiden dan bij verenigingen in gebieden met minder sterke demografische
ontwikkelingen.
Een manier om verenigingen in deze regio’s meer toekomstbestendig te maken is de open
club-gedachte. Dit zijn clubs die uitnodigend zijn en aandacht hebben voor wat zich
in de omgeving afspeelt. Maatschappelijke partners zien duidelijk het belang van open
clubs voor de (transitie)regio; namelijk een bredere participatie van specifieke doelgroepen
in de samenleving. Het blijkt dat bijna alle transitieregio’s op het gebied van open
club-gedachte, boven het landelijk gemiddelde scoren. Daarmee vergroten verenigingen
dus hun toekomstbestendigheid.
De aandacht voor het financieel en organisatorisch versterken van sportverenigingen
is een belangrijk aandachtspunt in het sportakkoord.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins