nr. 17
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juni 2008
Op 7 augustus 2007 heb ik u geïnformeerd over het doel om 2500
combinatiefuncties te realiseren tussen (brede) scholen, sportverenigingen
en culturele instellingen (TK 2007–2008, bijlage bij 30 234, nr. 12).
Deze «Impuls brede scholen, sport en cultuur» wordt bekostigd
door de ministeries van OCW en VWS en de deelnemende gemeenten. Hierover zijn
bestuurlijke afspraken gemaakt tussen het Rijk (OCW en VWS) gemeenten (VNG)
en vertegenwoordigers van de sectoren onderwijs, sport en cultuur.
De beschikbare middelen zijn in eerste instantie ten goede gekomen aan
de 30 grote gemeenten. Het – oplopende – budget1 zal vanaf 2009 in tranches ook ten goede komen aan andere gemeenten.
Ter ondersteuning van de impuls hebben de staatssecretaris van VWS en
ik, mede namens mijn beide OCW collega’s een (tijdelijke) taskforce
combinatiefuncties ingesteld. Bijgaand treft u de eindrapportage «Aan
het werk met combinatiefuncties» van de taskforce aan2.
Het rapport is vooral praktisch van aard en bedoeld voor de mensen in
het veld, die aan de slag gaan met combinatiefuncties. Het rapport bevat een
concreet stappenplan voor de invoering van combinatiefuncties, modellen voor
het werkgeverschap, functieprofielen, advies over opleidingen en een aantal
adviezen over de follow up. De follow up is met name gericht op de sociale
partners in de betrokken sectoren (CAO’s). De adviezen van de taskforce
vind ik nuttig en richtinggevend voor de betrokkenen in de praktijk.
Het realiseren van 2500 combinatiefuncties is een nieuwe ambitieuze doelstelling,
waar nog veel voor moet gebeuren om dit te bereiken. Daarom zijn er met de
bestuurlijke partners afspraken gemaakt over de ondersteuning van gemeenten
en de betrokken sectoren. Er komt een algemeen informatie- en steunpunt uitgevoerd
door de VNG/VSG, voor alle bij de impuls betrokken partijen. Hierbij wordt
ingezet op informeren, stimuleren en het bevorderen van samenwerking. Vanuit
dit steunpunt wordt o.a. een website opgezet, een helpdesk ingericht
en worden er informatiebijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast zal er sectorspecifieke
ondersteuning plaatsvinden. De eerste afspraken hierover zijn met de desbetreffende
koepelorganisaties gemaakt. Op deze wijze worden lokale partijen zowel vanuit
de eigen sector als sectoroverstijgend maximaal ondersteund om de beoogde
doelen te kunnen realiseren. Hiermee wordt het advies van de taskforce overgenomen.
Voor de betrokken gemeenten is onlangs een informatiebijeenkomst over
de uitkomsten van het rapport van de taskforce georganiseerd. Tijdens deze
bijeenkomst bleek dat de gemeenten al enthousiast van start zijn gegaan om
uitvoering te geven aan de impuls. Verder zal er ook nog veel werk door de
betrokken CAO-partijen verricht moeten worden, binnen de sectoren en gelet
op het karakter van combinatiefuncties ook over de sectoren heen. Om combinatiefuncties
uiteindelijk op gelijke wijze te kunnen inpassen in verschillende CAO’s
zullen partners zich moeten buigen over de rechtspositie van combinatiefunctionarissen.
Ter facilitering van dit proces zal er een follow-up worden gegeven aan de
taskforce combinatiefuncties. De voorzitter van de taskforce zal dit proces
vormgeven. Hiermee wordt het advies van de taskforce overgenomen.
Evenals in het eerder uitgebrachte tussenrapport (TK 2007–2008,
30 234, nr. 14) wordt in het eindrapport van de taskforce aandacht
geschonken aan de toepassing van BTW-wetgeving ten aanzien van het detacheren
van personeel in het kader van combinatiefuncties. De taskforce is in het
rapport voorbijgegaan aan de voorwaarden die aan een dergelijke vrijstelling
moeten worden gesteld om strijdigheid met de Europese BTW richtlijnen te voorkomen.
Met de staatssecretaris van Financiën overleg ik over de mogelijkheden
om het detacheren van personeel in het kader van de combinatiefuncties buiten
de BTW-heffing te houden. Zodra dat overleg is afgerond, wordt uw Kamer daarover
zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Mede namens
mijn collega-bewindslieden, minister R. H. A. Plasterk en staatssecretaris,
J. M. van Bijsterveld-Vliegenthart en de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, M. Bussemaker,
S. A. M. Dijksma