30 175 Luchtkwaliteit

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 353 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2020

Op 7 april 2020 verzocht de vaste commissie van IenW mij om een schriftelijke reactie te geven op een brief van Stichting Houtrookvrij. Hieronder vindt u mijn reactie. Tevens presenteer ik hierbij het rapport «Houtrook uit particuliere kachels: zoektocht naar indicatoren en verkenning van mogelijkheden voor reductie van overlast» door TNO.

Reactie op brief van Stichting Houtrookvrij

In de brief van Stichting Houtrookvrij gericht aan de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (7 april 2020), signaleert Stichting Houtrookvrij dat er nu meer mensen thuis zijn die hinder kunnen ondervinden van houtrook en dat ook herstelde COVID-19 patiënten veel last hebben van houtrook. Daarom vraagt Stichting Houtrookvrij om extra aandacht in de communicatie hierover. Er blijven nu meer mensen in en om hun huis vanwege de coronamaatregelen. Het kabinet vraagt mensen daarom om nu meer op elkaar te letten. Daarom zet ik in op aanvullende communicatie via de Stookwijzer. Als de luchtkwaliteit en de weersomstandigheden zo zijn dat de rook niet in de omgeving blijft hangen, geeft de Stookwijzer met «code blauw» aan dat stoken kan. Aan deze code heb ik het advies toegevoegd om in deze tijd, waarin veel mensen thuis zijn, rekening met elkaar te houden.

Daarnaast uit deze stichting in haar brief haar zorgen over de relatie van luchtverontreiniging en het COVID-19 virus en stelt dat er op basis van eerste wetenschappelijke onderzoeken aanwijzingen zijn dat de zorg terecht is. In het algemeen geldt dat verhoogde concentraties luchtverontreiniging leiden tot een verhoogd risico op sterfte. Met het Schone Lucht Akkoord (SLA) (Kamerstuk 30 175, nr. 343) zet het kabinet zich samen met decentrale overheden in om voor alle inwoners van Nederland de luchtkwaliteit te verbeteren zodat de gezondheidsschade door luchtvervuiling minder wordt. Het beperken van de uitstoot door kachels en haarden is hierbij een belangrijk thema. Daarin heb ik het afgelopen jaar al een aantal stappen gezet. Zo heb ik het RIVM en het KNMI opdracht gegeven om een stookalert te ontwikkelen. Het stookalert is sinds het begin van het stookseizoen van 2019 operationeel. Wanneer er sprake is van een stookalert, wordt het door RIVM onder de aandacht gebracht. Als er geen stookalert geldt, kunnen mensen de Stookwijzer raadplegen voor lokaal en actueel stookadvies. Via de Stookwijzer kunnen burgers in de toekomst makkelijker hun gemeenten bereiken met hun klachten. Ook heb ik communicatiemateriaal voor gemeenten ontwikkeld, om mensen bewust te maken van de gezondheidsimpact van houtkachels, en hoe mensen deze impact kunnen beperken. Verder is de ISDE op pelletkachels afgeschaft en zet ik mij internationaal in voor het aanscherpen van de Ecodesign eisen om in de toekomst de uitstoot door houtstook te minimaliseren.

Er zijn hypotheses die stellen dat luchtverontreiniging van invloed zou kunnen zijn op de kwetsbaarheid voor COVID-19. Het RIVM geeft hierover aan dat deze hypotheses aannemelijk lijken, maar of en in hoeverre er werkelijk een causaal verband is, kan op basis van beschikbaar onderzoek niet worden aangetoond. In internationaal verband wordt momenteel verkend welk onderzoek op dit vlak uitgevoerd kan worden.

Rapport «Houtrook uit particuliere kachels: zoektocht naar indicatoren en verkenning van mogelijkheden voor reductie van overlast»

Met deze brief bied ik u tevens de rapportage aan over de meetmethode die TNO heeft ontwikkeld om overlast te kunnen meten en een aantal mogelijkheden om overlast te kunnen beperken. Het rapport van TNO vindt u in de bijlage van deze brief1. De meetmethode is gericht op gezondheidsrelevante componenten in houtrook. Mijn voornemen is om TNO het vervolgonderzoek te laten uitvoeren waarbij wordt onderzocht of die componenten in hindersituaties in zodanig hoge concentraties voorkomen, dat ze bij langdurige blootstelling potentieel leiden tot gezondheidsschade. Dit vervolgonderzoek zal voor oktober 2021 worden opgeleverd.

Met deze meetmethode en mogelijkheden om overlast te beperken wil ik binnen het Schone Lucht Akkoord experimenteren in de pilots houtstook. De gemeenten Utrecht en Helmond werken mee aan de pilots en bij positief resultaat kunnen gemeenten deze methode mogelijk gebruiken bij de handhaving van overlast. Totdat de meetmethode voor overlast verder is uitgewerkt in de pilot, kunnen gemeenten gebruik maken van de informatie op de website van Infomil2 om overlast te beperken.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven