30 175 Besluit luchtkwaliteit 2005

Nr. 148 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2012

Tijdens het Algemeen Overleg Luchtkwaliteit op 29 februari jl. (Kamerstuk 30 175, nr. 134) heb ik aangegeven dat ik eerst zal verkennen of er voor de stimulering van Euro VI vrachtauto’s geen alternatieven zijn die effectiever zijn.

Maatregelen in het NSL dienen een of meer van de volgende drie doelen:

  • 1. Verlaging van de achtergrondconcentraties

  • 2. Oplossen binnenstedelijke knelpunten

  • 3. Oplossen andere knelpunten, zoals langs enkele Rijkswegen.

De geplande subsidieregeling is als NSL-maatregel vastgesteld om een bijdrage aan de onder punt 1 en 3 genoemde doelen te leveren.

Ik heb nogmaals bezien of er alternatieven zijn voor deze maatregel en ben tot de conclusie gekomen dat er geen alternatieven zijn die een vergelijkbaar milieurendement hebben.

De kosteneffectiviteit van de stimuleringsregeling past royaal binnen de marges die voor generieke NSL-maatregelen worden aangehouden.

Omdat bij de uitvoering van het NSL vooral binnenstedelijke knelpunten aandacht vragen, heb ik onderzocht hoe deze regeling ook maximaal kan bijdragen aan het hierboven onder punt 2 genoemde doel.

Ik ben – na overleg met TLN, EVO, RAI, Bovag en VNO-NCW – tot de conclusie gekomen dat het hiervoor nodig is dat een belangrijk deel van het budget kan worden aangewend voor de stimulering van de aankoop van distributietrucks met lichtere motoren.

Dit type Euro VI voertuigen komt naar verwachting pas in 2013 op de markt.

Om deze reden heb ik besloten de subsidieregeling in twee tranches op te splitsen. De eerste tranche treedt heden in werking voor alle na 29 februari 2012 op kenteken gezette Euro VI vrachtauto’s en bussen met voor 2012 een tot € 7 miljoen beperkt budget, zodat voor voertuigen die voor 31 december 2013 op naam worden gezet in de tweede tranche minimaal € 32 miljoen beschikbaar blijft.

De subsidieregeling wordt heden gepubliceerd.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Naar boven