30 080
Planlogische kernbeslissing Ruimte voor de rivier

nr. 23
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 februari 2007

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit deel 4 van de PKB Ruimte voor de Rivier aan1.

Middels unanieme instemming door de Tweede Kamer op 7 juli 2006 en door de Eerste Kamer op 19 december 2006 is de PKB Ruimte voor de rivier definitief vastgesteld.

Deel 4 van de PKB Ruimte voor de Rivier is vrijwel identiek aan deel 3. Naast enkele taalkundige verbeteringen is slechts één beperkte wijziging doorgevoerd. Het gaat daarbij om een toevoeging aan«Bijlage, blad 3: Maatregelen Basispakket. Depots voor berging van schone, licht of sterk verontreinigde grond» Aan deze bijlage is één zin toegevoegd namelijk: «Ook voor de in dit blad genoemde maatregelen geldt de beslissing van wezenlijk belang uit hoofdstuk 7; zo nodig zal voor te selecteren depots een rijksprojectbesluit worden genomen». Hierover heb ik u op 12 oktober 2006 per brief geïnformeerd.

De PKB Ruimte voor de Rivier ligt ter inzage van 25 januari 2007 tot en met 7 maart 2007. De PKB is, op grond van artikel 2a, achtste lid van de Wet op de ruimtelijke ordening, in werking getreden op de dag volgende op de terinzagelegging, namelijk op 26 januari 2007. Tegen de PKB of onderdelen daarvan is geen bezwaar of beroep mogelijk. In de vervolgprocedure, waarin de maatregelen worden uitgewerkt in planstudies, staat veelal wel rechtsbescherming open.

De PKB Ruimte voor de Rivier kent twee doelstellingen: het beter beschermen van het rivierengebied tegen overstromingen door het creëren van meer ruimte voor de rivier en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied.

De PKB is een gezamenlijk initiatief van VenW, LNV en VROM en omvat ongeveer 40 maatregelen langs de IJssel, de Neder-Rijn, Lek, Waal en het benedenstroomse deel van de Maas. Voor deze maatregelen zijn locatie en het soort maatregel (dijkverlegging, ontpoldering of uiterwaardvergraving) in de PKB vastgelegd.

Waar voorheen sprake was van dijkversterking om het rivierengebied tegen overstromingen te beschermen, wordt nu gekozen voor rivierverruiming en dijkversterking waar dit niet mogelijk is.

De maatregelen moeten uiterlijk in 2015 zijn uitgevoerd. Als gevolg van klimaatverandering zullen naar verwachting ook daarna investeringen nodig blijven. Het kabinet heeft daarom in de PKB reeds enkele gebieden gereserveerd om ook in de toekomst rivierverruiming mogelijk te maken, indien dat nodig mocht zijn.

Met een vaststelling van de PKB is een grote stap gezet om aan de slag kunnen gaan met het vergroten van de veiligheid en de ruimtelijke kwaliteit in het rivierengebied. Via een halfjaarlijkse Voortgangsrapportage zult u de komende jaren op de hoogte worden gesteld van de vorderingen. Meer informatie kunt u ook vinden op www.ruimtevoorderivier.nl.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven