29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

Nr. 947 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2021

Het kabinet zet zich in voor meer vervoer over het spoor, omdat dit vervoer duurzamer is. Daarbij is het belangrijk dat de omgeving van het spoor zoveel mogelijk wordt beschermd tegen de nadelige gevolgen van het vervoer. Spoortrillingen zijn één van die nadelige gevolgen. Op een aantal plekken ervaren omwonenden overlast en hinder, waar nog weinig goede oplossingen voor zijn.

In 2018 heeft mijn voorganger daarom de beleidsintensivering spoortrillingen gestart. U bent sindsdien geïnformeerd over deze beleidsintensivering,1 waartoe ook het Joint Fact Finding-traject behoort. In dit traject hebben verschillende belanghebbenden, waaronder omwonenden, vervoerders, ProRail en lokale overheden, samengewerkt om een gedeelde feitenbasis te verzamelen als basis voor de verdere beleidsvorming.

Dit Joint Fact Finding-traject is op 22 november afgerond. Ik dank de deelnemers hartelijk voor de gezamenlijke inzet om dit traject, ook onder de moeilijke corona-omstandigheden, succesvol te laten verlopen. Met deze brief ontvangt u de resultaten2. Deze bestaan uit een rapport met de opgedane kennis, een eindrapport met reflectie op het doorlopen traject en aanbevelingen voor het vervolg, en een grafische samenvatting van de resultaten. Hiermee geef ik ook invulling aan de toezegging van mijn voorganger om u de resultaten dit najaar te doen toekomen.3

Het Joint Fact Finding-traject maakt onderdeel uit van de stappen die ik zet om tot beter beleid op het gebied van spoortrillingen te komen. Voor de korte termijn doen de deelnemers twee aanbevelingen. De eerste is om gemeenten te helpen met scholing op het vakgebied spoortrillingen. De tweede is om te overwegen een handreiking te ontwikkelen voor hoe om te gaan met spoortrillingen bij bestaande bebouwing. Ik zal inhoudelijk ingaan op het traject, en de aanbevelingen die dit heeft opgeleverd, in mijn volgende brief over de beleidsintensivering. Ik verwacht u deze brief in het eerste kwartaal van 2022 te verzenden. Daarmee kan ik mijn antwoord op de bevindingen uit het Joint Fact Finding-traject combineren met de voortgang op de andere acties die nu lopen op het gebied van spoortrillingen, en u een volledig perspectief bieden van de beleidsintensivering in de komende periode.

Spoortrillingen zijn een complex vraagstuk, omdat het samenspel van trein, spoor, ondergrond en woning zich moeilijk laat analyseren en voorspellen. De beleidsvorming vraagt dus een lange adem, terwijl omwonenden van het spoor overlast of hinder kunnen ervaren. Ik blijf me daarom onverminderd inzetten om de leefomgeving langs het spoor te verbeteren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg


X Noot
1

Kamerstuk 29 984, nr. 859 en Kamerstuk 29 984, nr. 906.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 29 984, nr. 940.

Naar boven