Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2016
In mijn brief van 31 oktober 2016 (Kamerstuk 29 984, nr. 691) kondigde ik u aan met partijen in overleg te zijn om te komen tot een bestuursakkoord
over de aanpak van de tekorten bij fietsenstallingen bij stations. Tot mijn genoegen
kan ik u meedelen dat dit akkoord met NS, ProRail, VNG, IPO, vervoerregio’s, Fietsersbond,
FMN, ANWB en Rover op 12 december jl. is ondertekend. Het akkoord is hierbij gevoegd1.
De brede samenwerking rond fietsparkeren bij stations is gericht op extra capaciteit
op korte termijn en innovatieve ontwikkelingen voor het gebruik van de fiets in het
voor- en natransport van de trein. Door geld beschikbaar te stellen voor de bouw van nieuwe plekken voor extra fietsenstallingen kan ik
samen met de regionale overheden ervoor zorgen dat de grootste knelpunten, die zich
al vóór 2020 zullen voordoen, worden opgelost.
Zoals ik aangaf in mijn brief van 31 oktober, heb ik besloten hiervoor 40 miljoen
euro vrij te maken uit het Infrastructuurfonds. Dit geld komt bovenop de 221 miljoen
van het Actieplan Fietsparkeren bij Stations. De betrokken regio’s (gemeenten, provincies,
vervoerregio’s) dragen minmaal hetzelfde bedrag bij aan aanleg van fietsenstallingen,
beheer en onderhoud en exploitatie.
Het eerste resultaat van de afspraken in het bestuursakkoord en de inzet van de extra
middelen is dat nu groen licht kan worden gegeven voor de bouw van twaalf stallingen.
Het gaat om stallingen op de volgende locaties: twee bij Amsterdam Centraal aan de
centrumzijde, twee bij Zaandam en bij Amsterdam Amstel, aan beide zijden van het spoor,
en één stalling bij Ede-Wageningen, Eindhoven (noordzijde), Gouda (centrumzijde),
Tilburg (noordzijde) en Zwolle (noordzijde). Eerder dit jaar zijn al besluiten genomen
over stallingen bij de stations in Groningen, Den Haag Centraal, Delft en op een groot
aantal kleinere locaties. Deze vijftien stallingen komen bij de stations met het meest
urgente tekort aan fietsparkeerplekken. Ze worden bekostigd uit het restant van het
Actieplanbudget en een groot deel van het aanvullende budget en leveren samen met
de uitbreidingen op kleinere stations ruim 70.000 plekken op. Daarmee heb ik de motie
Hoogland – De Boer (Kamerstuk 34 550 A, nr. 39) over de aanpak van locaties voor fietsparkeren uitgevoerd. Deze motie verzocht de
regering, de locaties met de grootste urgentie voor fietsparkeren zo snel mogelijk
aan te pakken. De stallingen die nu groen licht krijgen, worden uiterlijk in 2020
gerealiseerd.
Het akkoord zet de route uit voor een gefaseerde aanpak. Terugdringing van het tekort
aan fietsenstallingen is niet alleen een zaak van bijbouwen. De partners van de bestuursovereenkomst
hebben ook afspraken gemaakt over betere benutting van de stallingen, innovatie en
besparingsmogelijkheden. Alle partijen dragen hun steentje bij en dat is belangrijk.
Zo dragen NS en ProRail met betrokken decentrale overheden bij aan innovatieve oplossingen,
zoals het systeem van de eerste dag gratis en een vernieuwd concept van zelfservicestallingen
op 47 stations.
Ook zetten we erop in om het probleem van de weesfietsen tegen te gaan. Door het systeem
van de eerste dag gratis en strikte handhaving worden stallingen beter benut. Gemeenten
zetten zich er ook voor in om instellingen met gebouwen rond stations meer in hun
eigen fietsparkeerbehoefte te laten voorzien, zodat de stationsstallingen voor de
treinreizigers beschikbaar zijn.
ProRail en NS gaan op mijn verzoek in overleg met gemeenten nader onderzoek doen naar
besparingsmogelijkheden. Daarnaast zal conform de afspraken in het akkoord worden
gezocht naar een goede verdeling van taken en verantwoordelijkheden en ten slotte
naar extra financiële ruimte voor nog verdere uitbreiding van de capaciteit op basis
van te actualiseren prognoses.
De besluitvorming over de meest urgente projecten maakt deel uit van de eerste fase
van de bestuursovereenkomst. Er zijn nog meer urgente locaties, waarvoor stallingplannen
worden uitgewerkt. Deze plannen zijn nog niet rond. Voor enkele daarvan zal nog ruimte
gemaakt kunnen worden op basis van nadere prioritering. Daarnaast wordt in samenwerking
met de partners van het akkoord een innovatieprogramma voorbereid, gericht op efficiënte
en effectieve (in termen van gemak en kosten) beheer-, verwijs- en betaaloplossingen
en de monitoring van de effectiviteit van benuttingsmaatregelen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma