29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

Nr. 632 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2015

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft mij verzocht uw Kamer te informeren over een dreigende vertraging van het spoorproject Schiphol en het volgen door ProRail van de aanbestedingswetgeving. Dit naar aanleiding van het bericht «Truc ProRail bij werk op Schiphol» (Haarlems Dagblad d.d. 15 oktober 2015).

Voor de totstandkoming van de dienstregeling 2017 en de ingebruikname van de infrastructuur korte termijn OV SAAL, onderzoekt ProRail of alle door vervoerders aangevraagde treinpaden binnen de kaders van de beschikbare infrastructuur en de geldende regelgeving kunnen worden toegewezen. Onderdeel van dit onderzoek is een transfertoets waarbij wordt bezien of de verwachte reizigersstroom uit de verwachte treinen op de verschillende stations kan worden verwerkt. De transfertoets voor het station Schiphol die in juni 2015 heeft plaatsgevonden had als uitkomst dat er, als alle aangevraagde treinpaden worden toegewezen, knelpunten ontstaan op het perroneiland tussen de sporen 1 en 2 van het station. Deze knelpunten bestaan uit drukte in de spits wanneer meerdere treinen tegelijk aankomen op deze perrons, drukte bij de stijgpunten (roltrappen, hellingbanen, vaste trap en de lift), en drukte op het Schiphol Plaza boven het station.

Logischerwijs heeft ProRail samen met NS maatregelen onderzocht om de verwachte drukte op Schiphol te mitigeren of op te heffen. Daar is een mix van diverse maatregelen onderzocht en intern ProRail besproken. Het gaat om maatregelen voor een betere spreiding van reizigers op de perrons zoals de aanleg van een Intelligent Platform Bar (IPB) waarmee aangegeven wordt waar de trein stopt, extra informatieschermen op het perron en het vergroten van de perronruimte ter hoogte van de rolbaan. Daarnaast wil ProRail de stijgpuntcapaciteit vergroten door de hellingbaan te vervangen door een vaste trap, de vaste trap/roltrap vervangen door twee nieuwe roltrappen en het toevoegen van een extra stijgpunt ten zuiden van de huidige hellingbaan. Ook willen ProRail en NS maatregelen nemen op Schiphol Plaza gericht op de verbetering van de transferflow en, bij extreme drukte, extra medewerkers inzetten om reizigers te begeleiden naar de beste route van en naar het station.

Aangezien de door Prorail verwachte knelpunten uit eerdere analyses niet naar voren zijn gekomen heb ik ProRail en NS gevraagd IenM zo spoedig mogelijk een volledig inzicht te geven in de uitgevoerde probleemanalyse, de afgewogen oplossingsalternatieven en de kosten daarvan. Dit wordt op 12 november in het reguliere overleg met de opdrachtgever IenM besproken.

De bereikbaarheid per trein van Schiphol heeft een hoge prioriteit binnen IenM. Op basis van de analyses, alternatieven en kosten zal ik dan ook zo spoedig mogelijk een besluit nemen over eventueel uit te voeren maatregelen en de financiering daarvan. Daarbij speelt ook de toekomstvastheid een rol, gezien het uitgevoerde MIRT-onderzoek naar de bereikbaarheid van Schiphol en het treinstation.

Het krantenbericht geeft ook aan dat er door ProRail creatief met aanbestedingswetgeving zou worden omgegaan. De situatie is glashelder: ProRail dient zich te allen tijde te houden aan de geldende wetgeving. De directie van ProRail heeft mij verzekerd dat er nooit sprake is geweest of zal zijn van het willens en wetens afwijken van de geldende aanbestedingswetgeving.

De directie van ProRail heeft geconstateerd dat het uiterst moeizaam zal zijn om de voorgestelde maatregelen aan de infrastructuur tijdig gereed te hebben met het oog op de dienstregeling 2017. Er is besproken op welke wijze de realisatie te versnellen is, waaronder het afwijken van interne ProRail procedures inzake aanbestedingen. Het gaat daarbij volgens ProRail uitdrukkelijk niet om het afwijken van de aanbestedingswetgeving, maar het afwijken van interne procedures. Het faseren van de realisatie van de maatregelen is volgens ProRail een reële mogelijkheid om tijdig maatregelen gefaseerd uit te voeren en is dus geen methode om onder de aanbestedingswetgeving uit te komen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven