Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2013
Met deze brief reageer ik op het verzoek van de vaste commissie voor Infrastructuur
en Milieu van 19 december 2012 om de nadere invulling van de vervoerconcessies voor
het hoofdrailnet vroeg in het najaar van 2013 aan de Kamer toe te sturen met het oog
op een zorgvuldige behandeling. Daarnaast informeer ik u over de vaststelling van
het programma van eisen voor de nieuwe vervoerconcessie voor het hoofdrailnet.
Nu de voorhang van het beleidsvoornemen en het programma van eisen is afgerond start
ik de uitwerking van een ontwerp van de nieuwe vervoerconcessie. Een goede inhoudelijke
uitwerking, mede in relatie tot de Lange Termijn Spooragenda, en een zorgvuldige procesgang
met ondermeer de consumentenorganisaties en decentrale overheden vraagt tijd.
Zoals ik eerder heb aangegeven streef ik er naar om het ontwerp van de nieuwe vervoerconcessie
in het najaar van 2013 voor te hangen in de Eerste en Tweede Kamer. Ik probeer dit
conform het verzoek van uw Kamer in het begin van het najaar, te weten oktober, te
doen.
Overigens dien ik op grond van de Wet Personenvervoer 2000 het programma van eisen
vast te stellen nadat het is voorgelegd aan de Tweede Kamer. Het programma van eisen
is met uw Kamer besproken in het AO van 13 december 2012. Ik heb het programma van
eisen vastgesteld conform de versie die ik aan uw Kamer heb voorgelegd (brief van
4 december 2012, Kamerstuk 29 984, nr. 335), met een aanpassing ten aanzien van de reikwijdte en samenloop. De passages hierover
heb ik in lijn gebracht met de aangenomen moties over decentralisatie uit het VAO
van 19 december 2012.
In het programma van eisen heb ik nu aangegeven dat de reikwijdte van het hoofdrailnet
in de periode 2015–2025 gelijk is aan het huidige hoofdrailnet met uitzondering van
de treindiensten Zwolle–Enschede, Roermond–Maastricht Randwyck en Sittard–Heerlen.
Daarnaast heb ik aangegeven dat de ervaringen met decentralisatie, inclusief de effecten
voor de reiziger van samenloop, in kaart worden gebracht bij de midtermreview.
Het vastgestelde programma van eisen heb ik openbaar gemaakt op de internetsite van
de Rijksoverheid.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld