29 984
Spoor: vervoer- en beheerplan

nr. 190
MOTIE VAN HET LID CRAMER C.S.

Voorgesteld 2 juli 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat in de motie-Slob c.s. (29 984, nr. 67) de regering is verzocht te onderzoeken welke infrastructurele maatregelen (zoals inhaalsporen) nodig zijn om een kwartiersdienst van zowel stoptreinen als intercity’s op het traject Utrecht–Zwolle mogelijk te maken met een betere aansluiting van de stoptreinen op de intercity’s;

constaterende, dat er alleen is gekeken naar technische versnellingsmogelijkheden op de korte termijn en niet naar het invoeren van een kwartiersdienst, behoudens het traject tot Harderwijk;

overwegende, dat naast reistijd ook aansluitingen, frequentie, reistijdbetrouwbaarheid en spreiding van treinen over het uur aspecten zijn die de kwaliteit van het treinproduct bepalen;

verzoekt de regering conform de motie-Slob c.s. (29 984, nr. 67) alsnog onderzoek te doen naar infrastructurele maatregelen op de spoorverbinding Utrecht–Zwolle ten behoeve van klant- en marktgerichte kwaliteitsverbeteringen en daarbij de hele corridor Utrecht–Groningen/Leeuwarden te betrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Cramer

Roefs

Roemer

Naar boven