29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 46 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 maart 2011

Aanleiding

Hierbij bied ik u de toegezegde1 Nulmeting bestuurlijke aanpak aan.2 In deze nulmeting zijn de instrumenten geïnventariseerd die gemeenten inzetten ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Ook is de samenwerking met partners bij de bestuurlijke aanpak in kaart gebracht. De nulmeting heeft 2009 als peiljaar.

Resultaten Nulmeting op hoofdlijnen

De nulmeting bevestigt het beeld dat de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit versterking behoeft. Zij toont aan dat:

  • a) 57% van de gemeenten beleid voert ter voorkoming en bestrijding van georganiseerde misdaad. Dit beleid bestaat voornamelijk uit het toepassen van de wet BIBOB en het inrichten van handhavingsbeleid.

  • b) 43% van de gemeenten geen beleid voert. Dit ondanks het feit dat 13% van deze gemeenten wel kennis draagt van de aanwezigheid van georganiseerde criminaliteit in de betreffende gemeente.

  • c) Oorzaken voor het niet voeren van beleid lijken zijn gelegen in:

    • Het niet bekend zijn met de aanwezigheid van georganiseerde misdaad.

    • Het feit dat criminaliteitsbestrijding nog (te) vaak wordt gezien als exclusieve taak van politie en OM.

    • Een gebrek aan kennis en expertise ten aanzien van verantwoordelijkheden en mogelijkheden van het bestuur omtrent de bestuurlijke aanpak. Slechts de helft van de gemeenten meent deze kennis en expertise voldoende in huis te hebben.

    • De omvang van gemeenten. Uit het onderzoek blijkt dat gemeenten beter in staat zijn tegen criminaliteit op te treden naarmate zij groter zijn.

  • d) Gemeenten hebben sterke behoefte aan ondersteuning (in de vorm van maatwerk) bij de inrichting van de bestuurlijke aanpak, de implementatie van dit beleid, een verbetering van de informatiepositie (inclusief ondersteuning bij het beantwoorden van ermee samenhangende privacyvraagstukken).

Uit de nulmeting blijkt een sterke behoefte bij gemeenten aan ondersteuning (in de vorm van maatwerk) bij de inrichting van de bestuurlijke aanpak, de implementatie van dit beleid, een verbetering van de informatiepositie (inclusief ondersteuning bij het beantwoorden van ermee samenhangende privacyvraagstukken). Ter realisatie van de door de regering gewenste versterking van de bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit (maatregel uit Nederland Veiliger) is het wenselijk in de behoefte aan ondersteuning te voorzien. De Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIECs) en het Landelijk Informatie- en Expertisecentrum (LIEC) bieden primair deze ondersteuning. De RIECs dragen direct bij aan de integrale aanpak van actuele knelpunten. Een voorbeeld hiervan de aanpak in de vijf grote Brabantse gemeenten (B5), waar het RIEC als een informatieplein fungeert. Vanaf januari 2011 wordt een informatiesysteem uitgerold waarop alle RIECs en het LIEC aangesloten zijn.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


X Noot
1

Brief d.d. 16 juli 2010 (29 911, nr. 42) aan uw Kamer.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven