29 826 Industriebeleid

Nr. 41 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE EN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2012

Maandag 6 februari jl. heeft Mitsubishi Motors Corporation (MMC) bekend gemaakt dat geen nieuw model zal worden toegewezen aan NedCar. De productie van de Colt en de Outlander stopt daarmee eind dit jaar. Dit is in de eerste plaats slecht nieuws voor de ca. 1 500 medewerkers van NedCar. Zij dreigen hun baan te verliezen. Na al die jaren van onzekerheid is dit besluit een harde klap voor de medewerkers.

Ook is het besluit slecht nieuws voor de locale en regionale economie van Limburg.

In de contacten met MMC heeft het kabinet zijn teleurstelling kenbaar gemaakt, waarbij het kabinet erkent dat MMC zelf verantwoordelijk is voor het genomen besluit. Extra aandacht is gevraagd voor de uitvoering van de afspraken die zijn gemaakt in het Sociaal Plan. Ook heeft het kabinet zijn volle medewerking aangeboden bij de verdere zoektocht van MMC naar partijen die interesse tonen in de overname van NedCar. Dit aanbod is in dank aanvaard door MMC.

Met deze brief wordt u geïnformeerd over de achtergronden van het besluit van MMC, de gevolgen voor de werkgelegenheid, de rol die de betrokken overheden spelen in dit dossier en de zoektocht naar mogelijk geïnteresseerde derde partijen.

1. De motivering van MMC

In het gesprek heeft MMC aangegeven dat de onderneming er alles aan gedaan heeft om de productie in Nederland te handhaven. Helaas noopten de volgende – vooral mondiaal en Europees gedreven – ontwikkelingen MMC tot dit besluit.

In de eerste plaats noemde MMC bedrijfseconomische overwegingen. Gedurende de hele looptijd van de productie in Nederland is de onderneming geconfronteerd geweest met aanzienlijke operationele verliezen. Dat is mede veroorzaakt door lage productieaantallen als gevolg van lage verkoopaantallen. Ook ondervindt de onderneming sterke concurrentie van andere merken op de Europese markt.

Verder speelt vanaf 2008 de mondiale economische crisis een rol. Ook een negatieve impact hadden de recente aardbeving in Japan en de overstromingen in Thailand waardoor problemen ontstonden met de toelevering van onderdelen.

Hieruit blijkt dat, naast bedrijfseconomische overwegingen, het vooral mondiale en Europese factoren zijn geweest die MMC hebben doen besluiten geen nieuw model toe te wijzen aan NedCar.

2. Rol overheden

Het kabinet heeft er alles aan gedaan om banen veilig te stellen. Zo hebben vanaf begin 2011 het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), de provincie Limburg en de gemeente Sittard/Geleen nauw samengewerkt om NedCar te behouden voor Nederland. Dit heeft onder meer geresulteerd in een banenplan voor medewerkers en een aanbod om nieuwe investeringen te ondersteunen. Dit aanbod heeft uiteindelijk geen rol gespeeld in de afweging van MMC, die was gebaseerd op bedrijfseconomische en strategische overwegingen.

EL&I heeft regelmatig contact gehad met MMC in Tokyo. De minister van EL&I heeft ook telefonisch contact gehad met de President van MMC, de heer Masuko. De insteek van de overheid, het kabinet en de lagere overheden is steeds geweest om gunstige voorwaarden te creëren voor NedCar om te kunnen ondernemen. De onderneming heeft steeds in gesprekken aangegeven dat hun besluit gebaseerd zou zijn op de ontwikkeling van een gezonde business-case. Al vanaf het begin was duidelijk dat een economisch rendabele bedrijfsvoering bij NedCar alleen mogelijk is bij hogere productieaantallen.

MMC heeft daarom besloten (in december 2010) om op zoek te gaan naar mogelijk geïnteresseerde derde partijen, die een deel van de productiecapaciteit van NedCar willen benutten. In dit verband heeft NedCar in 2011 een Task Force opgericht. Daarin zaten vertegenwoordigers van NedCar, een vertegenwoordiger van OR en de bonden en vertegenwoordigers van EL&I (het dienstonderdeel NFIA). Deze Task Force heeft een groot aantal partijen benaderd, zowel in Nederland als daarbuiten (Europa, Azië en China). In Nederland zijn partijen geïdentificeerd die zeker belangstelling hadden om bepaalde werkzaamheden aan NedCar uit te besteden, maar ze waren alleen bereid om zo’n besluit te nemen als MMC de continuïteit van NedCar zou waarborgen.

Ook in China zijn enkele geïnteresseerde partijen geïdentificeerd. Deze partijen denken wel aan productie in Europa, maar hebben daarover nog geen besluit genomen. Gerealiseerd moet worden dat een dergelijke stap ook een forse is voor partijen die nog niet actief zijn op de Europese markt. Naar aanleiding van vragen van het lid Smeets wordt opgemerkt dat de indruk bestaat dat de Task Force steeds zorgvuldig is omgegaan met partijen die interesse hebben getoond dan wel door de Task Force zelf werden benaderd. Dat geldt ook voor Youngman. Benadrukt moet echter worden dat de finale afweging – inclusief de overwegingen daarbij – om met partijen wel of niet in zee te gaan de verantwoordelijkheid is en blijft van het bedrijf zelf.

Er zal moeten worden bekeken of partijen nog steeds belangstelling hebben voor NedCar, nu MMC heeft aangekondigd zich te willen terugtrekken.

3. Gevolgen voor werknemers

De insteek van het kabinet is en blijft om banen en kennis veilig te stellen. Bij NedCar werken nu ca. 1 500 werknemers. Ook in de toeleverende industrie dreigen arbeidsplaatsen verloren te gaan. Als NedCar verdwijnt, verdwijnt de enige grootschalige producent van auto’s uit Nederland. Hiermee verdwijnt ook kennis van dit soort productietechnologieën.

Toch is het kabinet niet bang dat de automotive industrie met het verdwijnen van NedCar uit Nederland geen toekomst meer heeft. In deze sector zijn meer dan 300 bedrijven, onderzoekinstellingen en opleidingsinstituten actief en de sector biedt werk aan 45 000 mensen. Een sector van groot economisch belang dus, die er ook nu al in slaagt als toeleverancier van hoogwaardige, kennisintensieve onderdelen een stevige internationale positie te verwerven.

Sociaal plan

Op dit moment is de eerste zorg het personeel van NedCar. We hebben MMC dan ook gevraagd om de afspraken uit te voeren die zijn gemaakt zijn in het kader van het Sociaal Plan. Als het nodig is, kan door UWV kennis en expertise worden ingezet om met ontslag bedreigde werknemers van NedCar naar ander werk te helpen. Dat kan bijvoorbeeld door participatie van UWV in een op initiatief van NedCar opgezet mobiliteitscentrum.

Het Europees Globaliseringsfonds (EGF) kan actieve arbeidsmarktmaatregelen financieren, die speciaal bedoeld zijn om ontslagen werknemers weer aan het werk te helpen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan een aanvraag indienen bij de Europese Commissie als aan de criteria van de verordening kan worden voldaan. Eén van die criteria is dat er 500 mensen ontslagen moeten zijn in een periode van vier maanden. Wanneer er meer duidelijkheid is over de status van de werknemers van NedCar, zal een eventuele aanvraag voor steun uit het EGF serieus door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden bekeken.

In het kader van de gesprekken over de toekomst van NedCar hebben de gemeente Sittard-Geleen en de provincie Limburg op verzoek van NedCar een banenplan ontwikkeld. Dit plan is aangeboden aan MMC. NedCar wordt al langere tijd door de vergrijzing van het personeelsbestand geconfronteerd met minder flexibel inzetbare medewerkers. Het is de bedoeling van het banenplan dat deze medewerkers werkervaring opdoen op een ander terrein. Dit biedt ze de mogelijkheid om over te stappen naar ander werk. Het lag in de bedoeling dat het banenplan nog zou worden uitgebreid naar andere betrokken gemeentes. Of dit banenplan bij een eventuele doorstart nog een rol kan spelen, kan nu nog niet worden overzien.

4. Tot slot

Het kabinet zal zijnuiterste best doen om MMC te ondersteunen bij de verdere zoektocht naar een partij die NedCar wil overnemen en in het verlengde hiervan de werkgelegenheid bij NedCar te bevorderen. MMC heeft overigens nog niet aangegeven wat de voorwaarden voor overname zijn. Dit zal geen eenvoudige opgave zijn in het huidige economische klimaat. Maar het kabinet is bereid, net zoals in het kader van de Task Force, het netwerk van ambassades en van het EL&I/NFIA ter beschikking te stellen van deze zoektocht.

Het kabinet en de provincie hebben in eerdere gesprekken met NedCar al de bereidheid uitgesproken om binnen de daarvoor geldende kaders (regionale steunkaart Brussel) investeringen te ondersteunen. Het gaat hier om investeringen die noodzakelijk werden geacht om de fabriek voor te bereiden op de productie van een nieuw model. Dergelijke initiatieven is het kabinet nu ook bereid te ondernemen om de doorstart van de fabriek mogelijk te maken.

Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zal, net als in de aanloop van dit besluit, de coördinatie op zich nemen van de activiteiten van alle betrokken overheden en u op de hoogte houden van de voortgang van deze activiteiten.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp

Naar boven