29 817 Sociale werkvoorziening

Nr. 86 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 september 2012

Overeenkomstig artikel 46 van de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) zend ik u hierbij het verslag over de wijzigingen van de Wsw in 2008.*) Belangrijkste doel van de wijzigingen was het werken in een zo regulier mogelijke omgeving te bevorderen middels het betrekken van reguliere werkgevers, het versterken van de gemeentelijke verantwoordelijkheid en het creëren van meer mogelijkheden voor (cliënten)participate van Wsw-geïndiceerden. Het verslag is gebaseerd op onderzoeken die de afgelopen jaren, al dan niet in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zijn uitgevoerd.

Bijna driekwart van de gemeenten heeft aanpassingen in beleid en/of uitvoering doorgevoerd, de regie van Wsw-geïndiceerden is toegenomen en er is geïnvesteerd in een werkgeversbenadering. Hoewel dit stappen in de juiste richting zijn, is het belangrijkste doel namelijk het bevorderen van werken in een zo regulier mogelijke omgeving nog onvoldoende gerealiseerd. Veel meer mensen met een functiebeperking kunnen en willen aan het werk in een reguliere omgeving. Ook de commissie Westerlaken concludeerde in 2012 «het kan en moet beter»1.

In 2011 werkt nog steeds bijna 75 procent van de werknemers met een Wsw-indicatie in een beschutte omgeving. Sinds 2008 blijft het percentage Wsw’ers dat gedetacheerd werkt tussen de 24 en 25 procent hangen. Daarnaast werkte in 2011 circa 6 procent van de totale groep begeleid bij een reguliere werkgever terwijl circa de helft van de mensen met een (nieuwe) Wsw-indicatie een advies begeleid werken krijgt. Dit betekent dat er een kloof zit tussen het aantal mensen dat begeleid kan werken en het aantal mensen dat daadwerkelijk begeleid werkt.

De afgelopen periode heb ik bij meerdere gelegenheden in de Tweede Kamer uiteengezet dat er voldoende ruimte is voor een effectievere en efficiëntere uitvoering van de Wsw door meer in te zetten op werk bij reguliere werkgevers. Dit wordt geïllustreerd door de grote verschillen tussen gemeenten in de mate waarin Wsw-ers bij reguliere werkgevers werkzaam zijn. Het is zeer wenselijk dat

deze ruimte ook daadwerkelijk wordt benut. Dat is in het voordeel van de mensen die in de Wsw werken, sw-bedrijven én gemeenten.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom

*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer


X Noot
1

Commissie Westerlaken, Goed benut goed bestuurd, september 2011

Naar boven