29 817 Sociale werkvoorziening

Nr. 156 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2019

Aanleiding

Naar aanleiding van het voornemen van zes gemeenten die de gemeenschappelijke regeling (GR) SOWECO uitvoeren om deze GR op te heffen, heeft de heer Jasper van Dijk (SP) op 24 september 20191 een motie ingediend. In deze motie wordt de regering verzocht ommet de zes gemeenten die betrokken zijn bij SOWECO in gesprek te gaan. De inzet van het gesprek zou zijn om de bestaande infrastructuur van SOWECO te behouden ten behoeve van de brede doelgroep van de Participatiewet. Hierbij informeer ik u over het gesprek dat heeft plaatsgevonden.

Gespreksverslag

Op 5 december jl. hebben twee medewerkers van mijn ministerie in Almelo

gesproken met het bestuur van SOWECO, een ambtelijke afvaardiging van de gemeenten Almelo en Twenterand en een communicatieadviseur van de GR waarin de gemeenten samenwerken. Het was een prettig en open gesprek waarin van beide kanten overwegingen zijn uitgewisseld.

Het bestuur heeft een uitgebreide toelichting gegeven op de context en de geschiedenis van het huidige vraagstuk. De zes gemeenten hebben elk een voorlopig lokaal beleidsplan opgesteld. De gemeenten moeten na nadere uitwerking van die plannen tot een gezamenlijk besluit komen. Zij zijn in overleg over de wijze waarop zij invulling willen gaan geven aan de verschillende soorten dienstverlening voor de brede doelgroep van de Participatiewet. Voor een aantal gemeenten betekent dit dat ze blijven samenwerken, bijvoorbeeld om beschut werk aan te bieden.

Door de medewerkers van mijn ministerie is toelichting gegeven op de rol van SZW en de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de sociale werkvoorziening en de Participatiewet. Zij hebben enkele overwegingen aan het bestuur meegegeven, waaronder:

  • Het belang van borging van de SW-infrastructuur en met name de aanwezige kennis en expertise.

  • De ervaring dat de financiële consequenties van ontmanteling van een voormalig SW-bedrijf doorgaans tegenvallen en het belang van het doen van een gedegen financiële analyse.

  • De wetenschap dat SW-voorzieningen een bepaalde omvang nodig hebben om rendabel te kunnen zijn. Hierbij is opgemerkt dat het belangrijk is om goed uit te werken hoe de dienstverlening in stand kan worden gehouden voor de huidige medewerkers van SOWECO.

  • Het belang van aandacht voor de kwetsbaarheid van de doelgroep, waarvoor verandering heel veel onzekerheid kan brengen.

  • Goede voorbeelden zijn gedeeld van andere gemeenten waarbij ook het vraagstuk heeft gespeeld rondom herinrichting van het voormalige SW-bedrijf. Toelichting is gegeven bij de keuzes die daar zijn gemaakt en succesfactoren voor het functioneren van een voormalig SW-bedrijf.

De zes gemeenten hebben aangegeven dat elke Wsw-medewerker werk- en loonzekerheid heeft en dat niemand van de Wsw-medewerkers wordt ontslagen of zijn inkomen verliest. Binnen alle veranderingen zullen de gevolgen voor de Wsw-medewerker zoveel mogelijk worden geminimaliseerd en worden de rechten en plichten van de Wsw-medewerkers gerespecteerd. Ook zal er altijd voor degenen die echt niet via detachering of andere wettelijke regelingen in een reguliere omgeving kunnen werken een beschutte werkomgeving worden georganiseerd.

Tot slot

Zowel de gemeentelijke vertegenwoordigers als de medewerkers van mijn ministerie kijken positief terug op het gesprek. De gemeenten nemen de gedeelde overwegingen mee in het vervolg van het besluitvormingsproces. Ik zal de ontwikkelingen rondom SOWECO de komende periode blijven volgen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Kamerstuk 34 352, nr. 170

Naar boven