29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 670 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2022

Hierbij informeren wij u, mede namens de Minister van Defensie, dat het kabinet twaalf van terroristische misdrijven verdachte Nederlandse vrouwen (hierna: verdachten) en hun 28 kinderen overbrengt naar Nederland. De vrouwen worden na aankomst in Nederland aangehouden en zullen worden berecht.

In een uitspraak van 11 mei 2022 bepaalde de rechtbank Rotterdam dat zij verwacht dat de verdachten over vier maanden naar Nederland zijn gerepatrieerd dan wel dat een concrete toezegging is gedaan dat wordt gestreefd naar repatriëring1. Onder verwijzing naar deze uitspraak informeerde de Minister van Justitie en Veiligheid uw Kamer op 29 juni 2022 (Kamerstuk 29 754, nr. 643) dat het kabinet met de relevante (internationale) partijen zou verder spreken om te bezien wat de mogelijkheden zijn om de verdachten ter berechting naar Nederland over te brengen. Na een zorgvuldig voorbereidingsproces, waarin alle relevante feiten en omstandigheden in ogenschouw zijn genomen, zag het kabinet een mogelijkheid tot overbrenging door middel van een speciale operatie.

De verdachten worden bij aankomst in Nederland aangehouden ten behoeve van strafrechtelijke vervolging. De meereizende kinderen worden overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming. Met de overbrenging naar Nederland beoogt het kabinet te voorkomen dat deze twaalf verdachten straffeloos blijven en geeft het kabinet uitvoering aan de motie van de leden Van der Werff (D66) en Koekkoek (VOLT) die de regering verzoekt om zich maximaal in te spannen om ervoor te zorgen dat uitgereisde terrorismeverdachten hun straf niet ontlopen.2

In het belang van de veiligheid en privacy van betrokkenen en gezien de noodzakelijke vertrouwelijkheid van dit soort operaties, kunnen wij verder geen mededelingen doen over deze specifieke casussen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Rechtbank Rotterdam 11 mei 2022 ECLI:NL:RBROT:2022:3993.

X Noot
2

Kamerstuk 29 754, nr. 600.

Naar boven