De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de meeste kinderen in de Syrische gevangenkampen daar geboren zijn
of tegen hun wil meegenomen zijn door hun ouders en dus slachtoffer zijn;
overwegende dat hulporganisaties werkzaam in Syrische kampen, zoals het Rode Kruis
en UNICEF, oproepen om deze kinderen zo snel mogelijk uit erbarmelijke omstandigheden
als gevolg van de opvang in de kampen te halen;
overwegende dat de Nederlandse veiligheidsdiensten, zijnde de AIVD, MIVD en NCTV,
constateren dat het terughalen van IS-vrouwen en hun kinderen de meest veilige optie
is;
overwegende dat het belangrijk is om de rechten van kinderen voorop te stellen en
de mogelijkheden voor en gevolgen van repatriëring te onderzoeken en hierbij rekening
te houden met de individuele belangen van elk kind en met inachtneming van internationale
rechtsnormen;
constaterende dat volgens het VN-Kinderrechtenverdrag de Nederlandse overheid de verantwoordelijkheid
heeft om de rechten van kinderen te waarborgen;
constaterende dat repatriëring en ondersteuning van getraumatiseerde kinderen een
complex vraagstuk is waarbij vele aspecten in overweging dienen te worden genomen;
verzoekt de regering, gericht onderzoek te doen naar de situatie in Syrische gevangenkampen,
de ervaringen in het buitenland met het terugkeren van daders en hun kinderen, de
mogelijkheden en gevolgen van repatriëring voor de rechten van kinderen en de nationale
veiligheid, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.